zondag 30 mei 2010

Huub Oosterhuis











We zaten vanochtend in de kerk. Niets bijzonders? Toch wel. We zaten niet in de kerk van onze eigen woonplaats en afkomst, maar in de rooms-katholieke kerk van Middelburg-centrum. Daar woonden we de mis bij van 10.00 uur. Toch niets bijzonders dus. Behalve dan dat we als prostestantse gelovigen niet mochten 'aangaan'. Wellicht wel van meneer pastoor maar niet van aarts-bisschop Eyk, die het uiteindelijk voor het zeggen heeft in de kerkafdeling waar hij verantwoordelijk voor is en de communie louter voor rooms-katholiek gevormde gelovigen wil bewaren.
Ergens heeft ie daarin gelijk, want om net te doen alsof de kerk niet gedeeld is, en daarom jan en alleman maar uit te nodigen, vind ik vaak ook wel erg goedkoop. De kerk is hartstikke verdeeld en dat is hartstikke fout! En soms wordt dat dan dus pijnlijk zichtbaar ja. Al helpt het ook niet echt om dan alleen maar anders-gelovigen te weren. Maar goed.

Wij zaten dus in de roomse kerk en vierden de eucharistie mee. Tussen al het moois was er voorbij kwam, was er ook een lied van Huub Oosterhuis - de man die onlangs door rooms-katholieke censuristen in de ban is gedaan. Althans veel van zijn liederen. Die zouden te werelds en te weinig geestelijk zijn. Sinds vanochtend kan ik daar wel een beetje inkomen. We zongen een grotendeels erg fraai lied van zijn hand waar opeens de regel in voor kwam:

Loof God in je zonde, loof hem kwaad en goed.

Tijdens het zingen van die regel vielen Purperpol en ik even stil. Wij wisten even niet wat we lazen. En een hele tijd daarna pijnigde ik mijn hersens (of was het mijn geest?) hoe ik zo'n versregel toch nog positief zou kunnen uitleggen. Ik zal u mijn spinsels besparen, maar het eindliedje (!) was dat ik er niet uit kwam.
De apostel Paulus schreef tenslotte niet voor niets dat wij niet zouden moeten zondigen teneinde de genade te laten toenemen. God valt domweg niet te loven in onze zonde. Dat zou nog eens een gotspe zijn. Die zonden, die moeten weg. Nadat ze vergeven zijn natuurlijk. Loof Hem kwaad en goed? Ik dacht het niet. God is geen doetje die alles maar goed vindt. Hij wil het kwade niet - hij haat het zelfs. Daarom ging hij de strijd aan en overwon het kwade met zijn eigen, kostbare bloed. En zouden wij nu zo verlicht zijn geworden, dat we na 2000 jaar hebben ontdekt dat het eigenlijk allemaal niet uitmaakt? Goed of kwaad? Yin of yang? Kom nou!
Het evangelie is juist als een tweesnijdend zwaard, dat een scherpe scheiding maakt tussen goed en kwaad. En als het goede en het kwade in deze wereld nog door elkaar lopen, zal God zelf daaraan een einde maken. Lees die gelijkenis van Jezus er nog maar eens op na. Nu groeit het koren samen met het onkruid op, zei hij. Maar als de oogsttijd aanbreekt zal het onkruid worden verbrand. Dat is wel wat anders dan dat de Heer van de oogst geloofd zou kunnen worden met onkruid! Het gaat God om het goede graan. God gaat voor goud. Maar zowel onkruid als kaf zal vergaan. In respectievelijk vuur en wind.

Ik weet niet of de rooms-katholieke censuristen dit ook allemaal voor ogen hadden. En ik vind ook dat ze soms te ver gaan in hun ijver, zoals bijvoorbeeld bij het prachtige en volkomen bijbels verantwoord poëtische "De Heer heeft mij gezien en onverwacht" (Gez. 487 LvdK).
Maar goed is goed en kwaad is kwaad. Dat blijft echt het eind van het liedje....

woensdag 26 mei 2010

Klaaglied



















Psalm 90:10
"Zeventig jaren duren onze dagen, of tachtig als wij sterk zijn. Het beste daarvan is moeite en leed."

Hoe wijs en waar deze woorden zijn bleek laatst weer toen ik nadacht over de stand van mijn eigen nageslacht. De oudste daarvan tergt zijn vredelievende en oud-pacifistische vader al een aantal jaren door zich onder te dompelen in het militarisme en de jongste is zijn taalminnende oudeheer niet minder een kwelling vanwege zijn - weliswaar niet zelfverkozen maar immer aanwezige - dyslexie.

Gelukkig staat er in het bovengenoemde psalmvers nog iets wat de zaak wat verzacht:

"het gaat snel voorbij en wij vliegen heen."

Waarvan akte....

(overigens doet de lezer er goed aan om de inhoud van dit blogbericht niet al te serieus te nemen)

dinsdag 25 mei 2010

Onze Taal













Enige maanden geleden stond er een artikel in het onvolprezen maandblad Onze Taal over kleine middenstanders (type Grootgrut) die ooit zelf een al dan niet goed bekkende reclamespreuk hadden bedacht. De poëzie van de middenstand, heette het artikel uit oktober 2009. De leukste ervan stonden natuurlijk in dit nummer. Purperpol en ik vonden Piet Patat bakt de concurrentie plat wel erg grappig. En nu ik het toch over plat heb: het amusantst vond ik zelf toch de volgende anekdote.

Er was ooit een dameskledingzaak met de leus: Laat u bekleden door Verhoef. Tegenover deze Verhoef bevond zich de plaatselijke groenteman die deze leus zo inspirerend vond dat hij eh... voortbordurend op dit thema kwam tot het volgende:

Laat u bevruchten door Verduin.

zondag 23 mei 2010

Voorbede


Gisterenavond begon het achtuurjournaal met het droeve bericht van een nieuwe dode in Uruzgan. Vanmorgen begon de dominee in zijn afsluitende gebed met deze dode. En daar heb ik dus moeite mee. Waarom? Omdat ik dit willekeur vind. Op zich is er niets mis met bidden voor de nabestaanden en achterblijvers. Van welke dode dan ook. Maar wel als de motivatie voor dit gebed afkomstig is van het nieuws. Althans, het nieuws dat wordt gemaakt door televisiemakers. Zodoende wordt de gebedspuntenkeuze van een voorganger bepaald door buitenstaanders. Stel dat het journaal was begonnen met, ik noem maar wat, de onfortuinlijke dodelijke val van een glazenwasser te Assen. Was dit dan vervolgens gebedsonderwerp geweest van de kerk? Hebben we zelf geen programma meer? Moet onze gebedskalender niet worden bepaald door de Heilige Geest, wiens komst we deze dagen vieren?
Ik geloof van wel.


zaterdag 22 mei 2010

Barmhartige Samaritaart













Het komt niet vaak voor dat Purperpol en ik samen over hetzelfde bloggen. Maar nu is het zover. Voor de onwetenden: onze Luuk vergiste zich gisteren toen hij het had over de door hem gevreesde hartige taart en sprak daarbij per ongeluk over een barmhartige taart.
De vraag is: hoe komt zo'n jongen bij zo'n vergissing? Welnu, er is maar één antwoord denkbaar: de barmhartigheid wordt in ons gezin overvloedig tentoongespreid. Het kan niet anders, want waardoor anders komt zo'n jongen op deze verhaspeling?
Het is een en al barmhartigheid wat hier de klok slaat, mensen. Wij zijn zulke vreselijke lieve ouders voor die rotzakjes van ons, het is gewoon niet normaal meer.

Waar Luuk natuurlijk stiekem op hoopte, was dat wij opnieuw barmhartigheid zouden gaan bedrijven als het ging om het avondeten van vandaag. Hij eet liever barmhartigheid dan hartigheid, dat verzeker ik u. Afgezien dan van hompen oude kaas en bergen sappig vlees.
Taart is prima, graag zelfs, zolang die maar niet hartig is. Zoet moet het leven zijn. Besuikerd en opgespoten met slagroom, zo wil hij door het leven gaan. Ach ja, wie niet?



Maar ik ben voorwaar geen Barmhartige Samaritaart. Integendeel. Het is uit met al die verwennerij. Ik weet wat mij te doen staat: Het wordt de hoogste tijd voor een hartig woordje.....

woensdag 19 mei 2010

LP Cover Lover





Ik heb wat met LP's. Ik heb best wel veel met LP's. Ik draai ze namelijk "nog steeds". Dat was de afgelopen twintig jaar vrij bijzonder. Iedereen die bij ons thuis kwam viel het op. Er staan hier honderden elpees. En niet voor de show. Ik draai ze regelmatig. Mijn draaitafel (pick up, zo u wilt) heb ik daarom nooit weggedaan. Waarom zou ik? Het gaat toch om de muziek? En niet om het gemak (van een cd)? Nou dan. Dat de meeste mensen meer van gemak dan van muziek houden is niet mijn probleem. Toch is dat eerste niet helemaal waar: dat het alleen om de muziek gaat. Uiteindelijk wel ja. Maar die LP-hoezen. Die wil je toch niet missen? Daar zitten zulke mooie exemplaren bij. Prachtige hoezen zijn een genot om in handen te hebben. Beter dan die minuscule cdboekjes waarop nauwelijks iets onderscheiden, laat staan te lezen valt. Nee, dan elpees. En dan nog in het bijzonder de klaphoezen. Fantastisch gewoon. Als tiener kon ik, terwijl ik de plaat zelf draaide, heel lang wegdromen boven zo'n hoes. Kom er nog maar eens om. Weg is die tijd.

Hoewel....

Dat valt wel mee. Sterker: Vinyl is back! zo lees ik steeds vaker. Het schijnt onder studenten zelfs de laatste rage te zijn. En in steeds meer cdzaken zie je weer een rekje (of wat) LP's staan. Nieuwe dus. Van bijna elke beetje popact van naam komt tegenwoordig ook een vinylversie van hun nieuwste album uit. Ach ja, als je maar lang genoeg wacht, wordt alles vanzelf weer hip.


Van een vriend kreeg ik de tip over een website waarop louter allerlei bijzondere, merkwaardige, interessante, lachwekkende, idiote en ook wel ondeugende LPhoezen staan. Netjes gerangschikt naar onderwerp. Best leuk om eens te bekijken. En om u over de streep te trekken hieronder een aardige selectie. Enjoy! http://www.lpcoverlover.com/
















































zondag 16 mei 2010

Marsmuziek











Soms maak je je zorgen om niks. Zo'n vijf jaar geleden had ik wel eens angstvisioenen over de muzieksmaak van mijn jongens tegen de tijd dat die volop in de puberteit zouden zijn geraakt. In mijn eigen tienertijd was er al strijd tussen de generaties over 'die verschrikkelijke popmuziek' en sindsdien is het geweld er in die contreien er niet minder op geworden. Vergelijk ter illustratie de eerste Beatlessongs maar eens met de ruige housebeats van de laatste decennia. Ook tekstueel gezien is de onschuld allang vertrokken naar het land van de Amish. Het ging van I wanna hold your hand naar I want your sex. Wel zo duidelijk, ja.
In mijn ergste dromen kreeg ik het op voorhand dagelijks lelijk aan de stok met mijn jongens die, louter om hun vader te tergen, natuurlijk zouden kiezen voor de meest afgrijselijke vorm van hardrock: heavy metal, gabberhouse of gewoon direct maar death metal.

Maar zie, soms zit het leven mee. We schrijven zondagochtend 16 mei Anno Domini 2010. Na onze obligate kerkgang (nou ja, de helft van ons hier heeft het deze ochtend gehaald) en na de obligate koffie met het al even obligate lekkers ernaast gaan de boys naar hun eigen hok boven. En daar schalt dan, net als in de woonkamer hier beneden, de muziek van eigen keuze.
Voor Luuk is dat natuurlijk een of andere swingende funk/reggae groove (Bob Marley, Sly Stone of aanverwanten, ik hoorde alleen de bas) en voor Elias is dat Russische kozakkenmuziek. Say what? Ja, u leest het goed. Russische kozakken. Die muziek is namelijk verwant aan het Rode Leger dat zo dapper wist stand te houden tijdens de bittere strijd tegen de nazi's in de nadagen van 1943 in Stalingrad. En daarmee zijn we weer precies waar Elias wezen wil. Nee, niet in Stalingrad van '43 (alhoewel: je weet het maar nooit met die jongen), maar bij zijn favoriete gespreksonderwerp c.q. uit de hand gelopen hobby c.q. vermeend levensdoel: Militaria. Of nee, spel dat: M.I.L.I.T.A.R.I.A.
Kijk, dáár had ik vijf jaar geleden nou helemáál niet aan gedacht. Dat mijn eerstgeboren zoon, toch je hoop op een Betere Wereld nietwaar?, mij zo zou gaan teleurstellen.

Een mens lijdt nog het meest, door het lijden dat hij vreest.

donderdag 13 mei 2010

Hemelvaartsdag










Het is vandaag Hemelvaartsdag

en ik voel me zo licht als een veertje!

zondag 9 mei 2010

BOEKENTIP 5: HET LAND VAN ANDERS



Het raadsel van de kluizenaar

Auteur: Dick van den Heuvel

Uitgeverij: Mozaïek Junior

Aantal bladzijden: 248

Prijs: € 12,90

Leeftijd: 11+

 
Kun je als volwassene lyrisch worden over een jeugdboek? Reken maar. Na het lezen van de eerste bladzijde ruiken wij het al: dit is een pracht verhaal. Niet alleen het taalgebruik is origineel, creatief, speels en niet gespeend van humor - ook het verhaal zelf is dat. Veel jeugdboeken worden voor de leesbaarheid expres spannend gemaakt maar dit boek heeft dat niet nodig. Woordgrapjes, woordspelingen, wijsheden, filosofieën, onverwachte gebeurtenissen en wendingen, het komt allemaal langs in het Land van Anders.

Nadat hoofdrolspeler Thomas een ongeluk heeft gekregen en in coma is geraakt droomt hij vechtend voor zijn leven en vecht hij zich al dromend door het Land van Anders. Al zijn dromen blijken telkens aan het eind van elk hoofdstuk een band te hebben met de realiteit. Een verrassende invalshoek. Zo droomt hij dat er ook een meisje terecht is gekomen in het Land van Anders. Dit is het meisje dat naast hem op de ziekenhuiszaal komt te liggen en ook in coma ligt. Zo ontstaat er een ondergronds verhaal dat beïnvloed wordt door het leven bovengronds. Dit gegeven wordt door de auteur prachtig uitgewerkt. Humor en ernst wisselen elkaar voortdurend af en maken dit boek zeer genietbaar. Dick van den Heuvel geniet landelijke bekendheid als tv-regisseur en schrijver van politieseries als Missie Warmoesstraat en Van Speijk. Vanaf nu ook wegens dit prachtboek waarvan wij durven zeggen: wie dit niet leest is gek!


















De mars der mankementen

 Auteur: Dick van den Heuvel

Uitgeverij Mozaïek Junior

Prijs € 12,90 – 231 pagina’s

Leeftijd: 11+


Dit boek is het vervolg van Het raadsel van de kluizenaar, het eerste deel in de serie over Het Land van Anders. Bij het verschijnen van het eerste boek werden wij al lyrisch en die euforie gaat bij het lezen van dit deel eigenlijk gewoon verder. Dick van den Heuvel is een begenadigd schrijver die ook dit boek volschrijft met fraaie ingevingen, rake vondsten en knappe woordspelingen. Zijn taalgebruik is helder en toegankelijk en zal vooral het filosofisch ingestelde en talige kind aanspreken. Die zal bijvoorbeeld ontdekken dat alles wat in onze wereld figuurlijk wordt bedoeld in Het Land van Anders letterlijk genomen moet worden. Met alle problemen van dien natuurlijk.

Het meisje Roze Rozig is inmiddels weer uit haar coma geraakt doordat ze de uitgang (een ‘hool’) heeft weten te vinden uit het Land van Anders, de droomwereld waarin zij en Thomas terecht waren gekomen na hun beider noodlottige auto-ongeval. Thomas blijft alleen achter in Het Land van Anders maar gelukkig herinnert Roze Rozig (Roos) zich hem en schrijft het verhaal bij kennis weer verder. Zo heeft ze toch contact met Thomas al kan ze zijn avonturen niet sturen want het verhaal schrijft zichzelf. Hoe personen, situaties en gebeurtenissen in de echte wereld terugkomen in de droomwereld van Anders wordt prachtig beschreven. Met de uit deel een bekende kakkerlak annex ridder Gryllus aan zijn zijde maakt Thomas in dit deel kennis met nieuwe personen, zoals vliegmuis Pipio Strellus en Steil, de bergheller, maar ontmoet hij ook nieuwe vijanden, zoals de Breukelingen en de Mankementen. Die laatsten moeten verslagen worden voordat ze de stad Or ten val zullen brengen. Veel van deze personages zijn vleesgeworden begrippen of namen. Zo loopt er ook een Hip de Crates rond en moet Thomas hulp gaan zoeken in het Buiten Westen. Duidelijk wordt dan ook wie worden bedoeld met de Ridders van het Wit en de Ridders van het Rood. Naast C.S. Lewis en Tolkien lijkt de auteur hiermee ook beïnvloed door Marten Toonder.

Van de lezer wordt overigens wel een behoorlijke woordenschat verwacht. Niet ieder twaalfjarig kind weet wat een evenknie is of zelfs maar een mankement. En wie zal weten dat met Or van Akel eigenlijk een orakel wordt bedoeld? Toch blijft er ook zonder die woordkennis meer dan genoeg te genieten over.

Tot slot dan één echt minnetje. De boeken van Het Land van Anders worden uitgegeven als paperback. En dat is fout: deze verhalen horen thuis in fraai ingenaaide banden. En dát is dan weer een compliment.




MEESTAL GOED VERKRIJGBAAR IN DE PLAATSELIJKE BIEB!
MAAR GEWOON AANSCHAFFEN IS OOK EEN PRIMA OPTIE.


vrijdag 7 mei 2010

Een bennenlijke zaak













Onze poging om de Polletjes een adequate opvoeding te schenken is tot nog toe redelijk geslaagd. Dankzij een reeks van consequent toegepaste lijfstraffen eten ze nu redelijk met hun monden dicht en na jarenlange eenzame opsluitingen in de trapkast spreken ze inmiddels netjes met twee woorden. Dus dat zit wel snor.
Maar wat lastiger blijkt is deze gasten fatsoenlijk Nederlands te laten spreken. Dan zijn, op onze beurt, wij het juist weer die wanhopig worden. En ja, dat voelt erger dan een luttele lijfstraf of een eenzaam opsluitinkje. Maar dat voelde u wellicht al aan.
Eén van de zaken die in het ABN uitermate goed geregeld zijn, is het gebruik van het woord wees. 'Wees gewaarschuwd' is dus een normale uitdrukking. Zoniet voor onze Polletjes die, stronteigenwijs als ze zijn, liever spreken over 'ben gewaarschuwd'. De sukkeltjes. Hun motivatie is daarbij: Je zegt toch ook: 'Je bent gewaarschuwd?' Nou dan!

Ja mensen, het is met deze melkmuilen soms vechten tegen de bierkaai.

En hoe wij ook praten, inmiddels zelfs ook nog zonder te dreigen, op te sluiten of te slaan (je kunt tenslotte niet aan de gang blijven) het helpt allemaal niks. Het schijnt de tijdgeest te zijn, en die laat zich niet dwingen met machtsvertoon. Die tijdgeest komt soms onverhoeds ons huis binnendringen. Zelfs wij letten af en toe wel eens niet op. Toen er onlangs een flodderig en tamelijk goddeloos filmblaadje in huis kwam en dit vod door ons kritisch werd doorgebladerd, viel ons angstvallig oog op bovenstaande advertentie. Houdt u goed vast en bekijk die dan even heel snel.
Ik weet niet hoe het u vergaat, maar wij bennen er nog niet helemaal klaar voor. Sterker: wij zijn er helemaal klaar mee!
Maar mocht u ondanks dit blogbericht toch binnenkort naar Toy Story 1, 2 of 3 gaan, dan weest u bij dezen gewaarschuwd! Wijzelf gaan natuurlijk niet: we zullen daar wel gek bennen...

maandag 3 mei 2010

COLUMN NEGEN: BARBIE-BOYS













Lydia had aangekondigd dat ze onze jongens nog eens een keer te pakken zou gaan nemen als ‘wraak’ op een plagerijtje van hun kant. Die mededeling deed de zieltjes zinderen. In hun fantasie passeerden de ergste zaken de revue en ze hengelden hunkerend naar de inhoud van de beloofde wraak. Wij deden er het zoete zwijgen toe.

Hun (gespeelde) aversie tegen meisjes indachtig, was het plan om een paar geleende Barbiepoppen ’s avonds laat bij hen in bed te leggen, zodat ze ’s morgens bij het ontwaken zich zouden weten vergezeld door een heuse meisjespop. Om de zaak nog wat aan te dikken had Lydia er voor iedere zoon een overdreven meisjesachtige brief bij gelegd, compleet met tal van roze hartjes en kusjes.

De volgende ochtend bleef de verwachte masculiene reactie niet uit. Een gegrom en gebrul steeg op uit het stapelbed toen ze door hadden welke poets hun was gebakken. Het liefst hadden ze de Barbies ter plekke gevild of op z’n minst helemaal kaal geknipt. Na deze korte maar hevige uitbraak van mannelijke superioriteitsgevoelens kreeg Elias zowaar een creatief idee. Hij had een van de Barbies inmiddels vakkundig ontkleed en de jurk van de pop aangedaan bij zijn plastic skelet van ongeveer dezelfde afmeting. Het zag er, naar zijn grote tevredenheid, lekker luguber uit.

Aan de ontbijttafel kwamen de praatjes: ”Ik ga stickertjes plakken op de borsten van de Barbie en dan zet ik daarop: halfvolle melk!” Lydia kon haar lachen niet meer inhouden. Ik hield mijn pokerface recht en mijmerde inwendig over de vraag of ze ook zo hard had gelachen als ik het had gezegd. Elias ging verder: “Of nee, ik ga erop schrijven: drie ons per stuk.”

Luuk zag het komisch talent van zijn broer scoren en wilde natuurlijk niet achterblijven. Een stuk groener dan zijn broer oreerde hij: “Gelukkig is de Barbie nog niet getrouwd want ze heeft nog geen babygaatje.”


Deze column is vier jaar geleden gepubliceerd in het christelijk opvoedmagazine AAN DE HAND. Zie ook: http://www.aandehand.nl/

zondag 2 mei 2010

Luilak!













Mijn moordende vraag van gisteren is opgelost door een lezeres bij wie blijkbaar een lampje ging branden dat het bij mij even niet deed.
De reden waarom die baldadige jongelui (ik klink nu als een 80-jarige) onze straten onveilig maakten was Het Luilakfeest. Over het hoe en waarom moet u zelf maar even googlen. Het Luilakfeest. Naar die naam gezien zou zo'n feest mij enorm moeten aanspreken. Toch lukt dat niet. Echte luilakken feesten namelijk niet 's morgens vroeg. Dus dat gajes dat dit wel in de holle hoofden haalde was het tegendeel van luilakken. Het waren juist nijvere bijen, frisse jeugd, montere mannen, kortom: de bloem der natie.

Toch lukt het om de een of andere reden niet om dit plaatje voor ogen te krijgen. Ik verbeeld me eerder dit:

zaterdag 1 mei 2010

Moord en doodslag










Ik moet iets tamelijk vreselijks bekennen. Ik heb gisterenochtend in alle vroegte een moord gepleegd. Nee, het is erger: ik heb hoogstwaarschijnlijk een dubbele moord gepleegd. Het was weliswaar slechts in gedachten, maar ook dat telt.

Laat me uitleggen hoe ik hiertoe kwam.

's Nachts slaap ik de slaap der rechtvaardigen. Omdat de meeste mensen dat rond die tijd ook doen (dat slapen dan, of ze dat rechtvaardig doen daar heb ik soms zo mijn twijfels bij) gaat dat grotendeels goed. Ik doe mijn ogen dicht en wacht dan een tijdje en ja hoor: de slaap overmant mij. In die toestand haal ik meestal de volgende ochtend wel. En rond een uur of zeven word ik dan weer net zo makkelijk wakker. Zo niet gisterenochtend vroeg. Op de mensonterende tijd van ongeveer 05.15 uur werd ik gewekt door een indringend geronk en geraas. Wat wat dat toch? Een paar tellen later wist ik het: een paar luidruchtige scooters in de straat. Meestal zoeven die snel voorbij, maar dit keer niet. Ze bleven maar bezig. Het leek wel of ze dat expres deden. Ja, ik wist het zeker: ze reden rondjes met het gaspedaal telkens voluit ingetrapt. Enige tientallen seconden later staken ze met een enorme knal een stuk vuurwerk af en vertrokken. De etters hadden ongeveer een halve minuut nodig gehad om de hele omgeving wakker te laten worden. Vrouwlief vertelde aan het ontbijt dat deze snuiters daarna ook elders in onze woonplaats hun slaapvernietigende werk hadden gedaan. Ook zij werd uiteraard wakker van de geluidsterroristen en hoorde ze daarna nog lang, maar gelukkig een stuk verder weg, opnieuw te keer gaan.

Wat waren dat voor zieke geesten? Hoe kom je zover dat je zoiets verzint? "Kom jongens, we gaan eens het halve dorp wakker scheuren. Lachen man!" Get a life! zou ik zeggen.

Als ik eerlijk ben, moet ik nu wel even bekennen dat ik helemaal geen moordgedachten had. Niet omdat ik altijd zo vredelievend ben: ik was gewoon veel te slaperig. En eenmaal wakker had ik eigenlijk maar één vraag: wie doet nou zoiets? Ik zou een moord plegen voor het antwoord.