woensdag 30 juni 2010

Een IJSelijke gil !!!



















I scream

You scream

We all scream

for ICECREAM !!!

maandag 28 juni 2010

Tussen servet en tafellaken

Ik heb iets merkwaardigs ontdekt:

Pubers bestaan niet.

Althans niet in de meeste musea, dierentuinen, pretparken en aanverwante publiekstrekkers.
Pardon? Zijn die veelal juist niet ingericht om zoveel mogelijk exemplaren van dat zo raadselachtige ras binnen te halen, onder het mom van: wie de opgroeiende jeugd heeft, heeft de toekomst? Ja maar nee.
In voornoemde oorden kent men steevast slechts twee categorieën: volwassenen en kinderen tot zo'n twaalf jaar. Punt. Zou daarmee een dertienjarige dan een volwassene zijn? Qua prijs dus wel, maar verder? Hier steigert niet alleen mijn oer-Hollandse portemonnee, maar ook mijn rechtvaardigheidsgevoel. Mijn rechtvaardigheidsgevoel heeft weliswaar een sterke band met mijn portmonnee, maar dat gaat niemand verder wat aan.

Vanuit onze vrome voornemen om het ons omliggende deel van de mensheid niet te willen bedotten, hebben we vaak schaapachtig volgzaam bij menige kassa braafjes de exacte leeftijden van onze koters opgebiecht. Maar laatst had ik daar om een of andere vreemde reden even helemaal geen zin meer in. Vast vanwege het bovenstaande meldde ik onlangs luchtig aan de loketiste van ik-weet-niet-meer-welk-museum-het-ook-al-weer-was: We zijn met twee volwassenen en twee kinderen. Daar was geen woord gelogen aan. En ja, dat zo'n caissière onze niet al te uit de kluiten gewassen jongens dan in één seconde taxeert als onder de twaalf, daar kan ik natuurlijk niets aan doen. Zelfs mijn geweten zweeg stil.
Het is dus waar: spreken is zilver, maar zwijgen genereert (ten langen leste) goud.

vrijdag 25 juni 2010

Plebs (deel 2)

Nu de echte voetballiefhebber toch al is afgehaakt na mijn blogje van vorige week met de provocerende titel "Voetballen is voor het plebs" kan ik nog wel even doorgaan.

Helaas heeft de praktijk mijn vooringenomenheid daadwerkelijk ingehaald. Purperpol en ik wonen samen met onze kinderen gewoon in een wat verouderde huurflat. Meestal worden dit soort flats bevolkt door mensen uit vooral de onderste regionen van de sociale klassen. Vandaar dus dat wij er ook wonen ja, hahaha...
Dat dit bij ons lange tijd toch niet het geval was, kwam vooral doordat de verhuurder de eis stelde dat nieuwe huurders altijd een bepaald gegarandeerd minimaal inkomen moesten hebben (zo ongeveer op het niveau van Johannes Modaal). Daarmee weer je blijkbaar bepaalde mensen die ik ook liever niet als mijn directe buren heb. Ook al hebben we in onze flat ook wel een wat volks typje met een weinig zachte stem wonen.

Vreemd genoeg hult juist deze buurman zich in stilzwijgen tijdens de huidige voetbalgekte. Hij behangt het huis niet met oranje parafernalia, gaat niet als een gek keihard staan toeteren op het balkon en schreeuwt geen onbehouwen 'Olé, olé, olééééé.....!!! de buurt in. Al deze nationaal-subculturele uitingen worden helaas niet geschuwd door de nieuwe bewoners van een appartement in de flat tegenover ons. Omdat er veel leegstand was vanwege het teruglopende aantal verkochte woningen (de huizen staan sinds twee jaar met weinig succes in de verkoop) besloot de verhuurder om de leegstaande appartementen dan maar weer in de verhuur te gooien. 'Vooral geschikt voor jonge mensen en zij die onlangs hun relatie hebben beëindigd' stond er onlangs in een krantenadvertentie voor onze prachtflatjes... Ja, dan vraag je er bijna om!

Is er geen VrijheidsPartij in Nederland die deze tsunami van voetbalidioterie tegengaat? Deze mensen zijn gewoon knettergek! Wordt het niet de hoogste tijd dat het betaalde voetbal verboden wordt in Nederland? En dat we aan de mensen die zich niet willen aanpassen aan onze peis en vree een baltraptaks van duizend euro per jaar gaan vragen? Of wat dacht u van een bouwstop op voetbalstadions? Wordt het niet eens tijd dat de subsidiestromen naar al die voetbalbobo's per direct worden beëidigd? En dat de voetbalclubs die aan het belastinggeldinfuus liggen voortaan de eigen broek gaan ophouden? En het stemvee voor de voetbalkerk een verplichte heropvoeding moet gaan volgen? En dat al die knusse oranjevlaggetjes en die gezellige voetbaltoeters en al die andere uitingen van de multisubversieve samenleving worden verboden? Het wordt tijd voor een Grote Schoonmaak van Onze Straten! Let wel: ik zeg dus NIET dat alle voetballiefhebbers het land uitgezet moeten worden, maar wel dat ze zich moeten aanpassen aan de gewone Nederlander, aan de hardwerkende Henken en Ingrids die lekker rustig in hun achtertuintje met een spannend boek en een goed glas wijn willen recreëren. Dat dit domweg onmogelijk wordt gemaakt door een stelletje idioten die zich niet kunnen beheersen is te gek voor woorden!

Zo, dat is eruit.

Nee, nu ik er nog eens rustig over nadenk heeft Geert Wilders het eigenlijk helemaal bij het rechte eind. Hij heeft alleen de verkeerde zondebok te pakken. Wie vertelt hem dat nog even?

woensdag 23 juni 2010

Van groot naar klein naar groot

Het leven is een golfbeweging. Ik kan me nog goed herinneren dat midden jaren '80 de eerste cd's in de winkel kwamen te liggen. Ik vond het toen bijna opwindend om bijvoorbeeld Stg. Pepper's Lonely Hearts Club Band voor het eerst in zo'n klein formaat in mijn handen te krijgen. Letterlijk een kleine sensatie. Ik ben, zoals u wellicht weet, een enorme muziekfanaat. En dan mogen dat soort dingen.


Toen ik eenmaal zelf ook een cdspeler had gekocht en zo'n beetje elke titel van formaat op cd was uitgekomen, ging het nieuwtje er als vanzelf weer vanaf. Al vrij snel begonnen duizenden Nederlanders massaal hun elpees van de hand te doen. Dat waren grotere liefhebbers van gemak dan van muziek, en aanhangers van het credo: een cd klinkt beter dan een lp. Niets bleek enige tientallen jaren later (toen de oren weer open gingen?) minder waar. Er is wat af gejokt bij de introductie van het digitale muziekschijfje hoor.
Ach, had ik in die tijd maar wat alerter gereageerd. De mooiste elpee-exemplaren moeten toen voor een prikkie of vaak zelfs gratis te bemachtigen zijn geweest.


Maar er gloort weer hoop.


Sinds vorig jaar voeren bijna alle cdwinkels (of zij die daar voor door moeten gaan) ook weer heuse elpees in hun nering. Nieuwe elpees wel te verstaan, want het schijnt dat de elpee weer helemaal terug is. Vooral studenten vinden die grote zwarte vinylschijven met hun prachtige hoezen helemaal hip. Studenten hebben altijd gelijk. En vooral nu ik het helemaal met ze eens ben. Ik kan die jonge gasten helemaal volgen, want ik vind die hoezen ook heerlijk. Dat gaat zelfs zover dat ik wel eens ruik aan een oude elpee. Ik ben, zoals u wellicht weet, een enorme muziekfanaat. En dan mogen dat soort dingen. Of had ik dat al gezegd?
Hoe dan ook: er hangt dus een waas van romantiek aan elpees. Maar ook wel meer dan dat hoor. Want als je een elpee hebt, dan heb je ook wat in je handen. Meer, veel meer dan zo'n laf plastic doosje met een onooglijk klein inlayboekje waarvan je de songteksten alleen met een vergrootglas kunt meelezen. Om nog maar te zwijgen van het gevolg van een simpel uit-de-hand-valpartijtje. Een elpeehoes die tegen de grond klettert kan daar redelijk goed tegen, en het vinyl blijft meestal ook nog wel heel. Een cddoosje daarentegen breekt onmiddellijk in plastic splinters. Slap spul. Geef mij maar elpees.


Er is maar één nadeel aan die verrukkelijke zwarte schijven: je moet om de klipklap de plaat omdraaien, want die 20 minuten muziek vliegen om (als je tenminste van mooie muziek houdt).
Alle liefhebbers van gemak mogen wat mij betreft zwaar aan de cd blijven hangen. Maar ik ga met mijn tijd mee en kies voortaan voor de elpee! I am hip, I'm supercool, man...

maandag 21 juni 2010

Voetbal is voor het plebs!















Dit blogje gaat me lezers kosten. Maar vooruit: een Heer van Stand moet nu eenmaal opkomen voor de zwakken in de samenleving en dientengevolge het onrecht te vuur en te zwaard bestrijden. Misstanden? Een Heer van Stand weet er wel weg mee. Weg ermee!

Maar waar wilde ik het over hebben? Juist ja, voetballen dus. Dat dat voor het plebs zou zijn. Nou ja, dat moet ik natuurlijk wel een beetje nuanceren hè? Anders krijg ik binnenkort kogelbrieven naar Slot Bommelstein gestuurd en dat kan ik er nu net niet meer bij hebben met mijn teer gestel. 

Ter zake. Weet u wat mij opvalt als ik door de straten van mijn woonplaats fiets? Dat er in de straten waar er huizen staan vanaf zo'n vijf ton geen enkel oranje vlaggetje te zien is. En dat ik daarentegen in straten waar er eenvoudige en goedkope huurwoningen staan zeeën van oranje vlaggetjes en aanverwante zaken zie. 

Dat geeft te denken!

En wat moet ik daaruit concluderen? Dat Mensen van Stand smaak hebben? Dat rijke mensen eerlijker kunnen zijn als ze niet van oranjegekte houden dan zij die in een huurkazerne bivakkeren? Dat de intelligentsia niet van voetballen houdt omdat ze nu eenmaal de intelligentsia is? Dat lage lonen automatisch samen gaan met voetballiefhebberij? Of 'saamhorigheidsgevoel'? Is voetbal kortom en grosso modo dus inderdaad voor het plebs?

Dat geeft te denken!

Ik voor mijzelf denk vooralsnog alleen maar: Och, och, och had ik ook maar vijf ton dan wist ik het wel!

Euh... ik bedoel natuurlijk: Het is maar goed dat geld geen rol speelt voor een Heer, ook al leeft die zwaar onder zijn stand.....

Nee, ik ben maar wat blij dat ondanks dat ik in een huurkazerne woon het dichtsbijzijnde oranje vlaggetje niet heel dichtbij ons deurtje wappert. Ik tel mijn zegeningen.

vrijdag 18 juni 2010

De realisatiewereld

De bouw is compleet ingestort.
Nieuwsbulletins meldden het de afgelopen dagen weer: er wordt steeds minder gebouwd in Nederland. Oorzaak? Bijna iedereen denkt dat het allemaal te maken heeft met de economische crisis.

Bijna iedereen?

Ja, want ik lekker niet. Ik weet wel beter. Ik lees namelijk steeds vaker, om niet te zeggen: eigenlijk niet meer anders, dan dat er totaal niet meer wordt gebouwd in Nederland. Nou, nou, Heer van Stand, is dat niet een beetje overdreven? Nee, dat is het niet. Er wordt namelijk alleen nog maar 'gerealiseerd'. Bouwen, ho maar. Zoals er deze week nog in ons Plaatselijke Sufferdje stond: "De Gereformeerde Gemeente alhier te Plaatse wil een nieuw kerkgebouw realiseren op de kruising van de Ene Weg en de Andere Weg." (plaats en straatnamen zijn gefingeerd).

Gaat hier een kerk gebouwd worden? Welnee: er wordt een kerk gerealiseerd!  
MAAR WAT EEN ONZIN ZEG !!!
Als we dit normaal gaan vinden is het einde zoek. Dan gaan we, wat ik u brom, binnenkort zonder blikken of blozen onderstaande voorbeelden ook eh... realiseren.

Komt een vrouw bij de bakker (weer eens wat anders dan bij de dokter) en vraagt: "Zeg bakker, welke heerlijke broodjes heb je vandaag weer gerealiseerd?"

Of deze:

Komt een kind uit school en zegt: "Mama, kijk eens wat een mooie tekening ik heb gerealiseerd!"

Of een paar jaar later in datzelfde huishouden:

Schopt een vader een kind naar zijn kamer onder de uitroep: "Het wordt de hoogste tijd dat jij je huiswerk eens gaat realiseren!"

Nee, niet alleen de bouwwereld (liever dus: de realisatiewereld) is ingestort. Ook mijn taalgevoel heeft een gevoelige knauw gekregen door deze affreuze taalbanaliteit. Bouwen, maken, produceren, al die mooie werk-werkwoorden zijn inmiddels vervangen door het managerswoord realiseren. Zo'n woord wordt alleen maar gebruikt door mensen die het zelf niet hoeven te doen, beweer ik (en ik kan het weten, want ik doe zelf ook nooit wat.) Mensen die iets laten bouwen, kunnen zodoende toch zeggen dat ze het zelf hebben gerealiseerd. Waarmee ze dus bedoelen dat ze het geld even hebben voorgeschoten.

O help, heb ik nu al weer over de VVD? Dat realiseer ik me nog net op tijd.

dinsdag 15 juni 2010

Geld stinkt niet, maar vloekt!

Purperpol en ik fietsen vanmorgen een groot rondje rondom onze woonplaats aan de rand van de Veluwe. Het was een heerlijk tochtje en we genoten met volle teugen van iets wat ook nog eens helemaal niets kostte. De mooiste zaken in het leven zijn vaak ook nog gratis. We zagen rustieke landschapjes, fraaie akkers, glooiende velden, pittoreske dorpsstraatjes en schitterende villa's langs de weg. De ene villa was nog mooier en groter dan de andere, viel me op. Tjonge, zei ik tegen Purperpol, als je zo mooi woont wil je toch helemaal niet meer naar de hemel.

En terwijl we verder fietsten langs poenerige bungalows en patserige landhuizen met grote gecultiveerde voortuinen, met op de oprit diverse brede bolides en opzichtige snollebakken quasi-achteloos geparkeerd, om nog maar te zwijgen van de trits letterlijke luxepaarden die we passeerden, die vredig grazend stonden te wachten op aandacht van hun miljonairsbaasjes - u voelt de jaloezie uit mijn woorden sijpelen? tja, dat vreesde ik al - terwijl we dat dus deden, moest ik opeens denken aan de reportage uit ons ochtendblad Trouw van deze ochtend. Die ging over Oost-Congo en wat daar zoals gebeurt. Wat daar precies gebeurt om onze mobieltjes, iPods, digitale camera's, laptops en tomtoms gaande te houden. Letterlijk ten hemel schreiende zaken spelen zich daar af. Vrouwen en jonge kinderen die in mijnen van tientallen meters diep, waar ze amper adem kunnen halen, voor 75 cent per dag en met werkdagen van 6.00 uur tot 18.00 uur, moeten zoeken naar grondstoffen als cassiteriet, coltan, wolframiet en kobalt. Gewoon goud trouwens ook. Allemaal zaken die nodig zijn voor die moderne en overbodige speeltjes van ons. Door deze grote bodemrijkdom zijn diverse legers permanent met elkaar in oorlog. Tel uit je winst... De tweede Congolese oorlog is volgens cijfers van het International Rescue Committee zelfs het bloedigste conflict sinds de Tweede Wereldoorlog: 5,4 miljoen doden en naar schatting 100.000 verkrachte vrouwen. Ik zal u de smerige en walgelijke details besparen, dan moet u zelf maar een kwaliteitskrant gaan lezen.

Maar als ik zoveel luxe en weelde en rijkdom zie langskomen en voorzichtig taxeer dat de VVD  om precies die reden ook in deze contreien de grootste partij is geworden dan krijg ik het even te kwaad.  Ook al weet ik dat we niet hebben te strijden tegen vlees en bloed. Maar als Mammon regeert en over lijken gaat, dan breekt toch je hart?
En wat dan te doen met de laptop waarop ik dit logje typ? En met de twee mobieltjes die hier in huis zijn? Wegdoen? Dat is al bijna geen optie meer. Zonder mobiele telefoon leven gaat misschien nog wel, maar wie kan tegenwoordig zonder computer in het volle leven staan?
De wereld is gebroken, want de leugen regeert. En geld stinkt niet, maar vloekt - tegen de hemel. Het is God tegen Mammon, en Mammon verslaat momenteel zijn miljoenen.  Wij houden, zonder het te beseffen, onder andere in Oost-Congo maar ongetwijfeld op veel meer plaatsen op deze wereld, een gruwelijke vloek in stand door die te bekostigen met onze hang naar luxe, gemak, welvaart en genot. En dan leust de VVD: voortaan voor iedereen die straf verdient: straf. Kennen ze daar het verhaal dan niet dat de profeet Nathan aan koning David kwam vertellen? Of het spreekwoord: de pot verwijt de ketel dat die zwart ziet?

Zalig die leven van genadebrood.

zondag 13 juni 2010

Mijn vriend B. (deel 3 en slot)

"Remember the fun we had."

Zo eindigde ik op 18-jarige leeftijd de laatste brief uit een jarenlange reeks die ik schreef aan vriend B., die me inmiddels veel te behoudend en te kapitalistisch was geworden om nog samen door één deur te kunnen. Zo dacht ik er over. Het was mooi geweest, met de nadruk op mooi én geweest. Jongens van tien en zelfs van veertien zijn nu eenmaal andere wezens dan jongens van achttien. Met B. zou het wel goed komen. Ik verwachtte dat hij binnen de kortste keren een burgermans huisje-boompje-beestje (in de vorm van vrouwtje - huisje - baantje) zou gaan krijgen, en ikzelf zou nog wel zien waar mijn linksradicale hippieschip zou stranden.

Decennia gingen voorbij en de herinneringen over onze vriendschap verwaaiden in de wind, totdat de leeftijd van vijftig naderde. Blijkbaar ga je op die leeftijd weer eens wat mijmeren over je jeugd. Ik meldde mijn Purperpol dat ik eigenlijk wel nieuwsgierig was hoe het B. was vergaan in al die jaren, en of hij bijvoorbeeld überhaupt nog wel leefde. Intussen was er internet en google, dus tikte ik zijn volledige naam met geboortejaar in en keek nieuwsgierig naar de hits. Deze vriend B. bleek als hobby bier brouwen te hebben. Maar ik twijfelde. Was dit hem wel? Ik zag zelfs een foto en het zou kunnen dat het de goede B. was, maar na een voorzichtig mailtje bleek dat ik naast geschoten had. Bierbrouwer B. wist van geen Heer van Stand af. Dat heb je zo met bierbrouwers.
Na nog wat vergeefse internetpogingen liet ik de zaak verder rusten. Blijkbaar was vriend B. niet erg bekend geraakt op het wereldwijde web of was hij inmiddels te ruste gegaan bij zijn voorgeslacht? Niets is immers zeker op deze wereldwijde aardkloot.
Wie schetste mijn verbazing toen op ik een van de laatste dagen van 2007 een brief kreeg van.... vriend B.!!! Mijn niet bestaande klomp brak ter plekke.
Hij schreef dat hij mij had proberen te vinden via internet. Hem was het dus wel gelukt! Ook hij was nieuwsgierig naar mijn wel en wee in al die jaren. En hij was wel zo bescheiden om niet meteen de telefoon te pakken (ik zou me een beetje rot geschrokken hebben, denk ik) maar viel terug op onze aloude communicatievorm: de geschreven brief. Gelukkig maar, want nu kon ik even rustig nadenken.

Het spreekt voor zich dat ik de brief heb beantwoord, het was immers: twee zielen, één gedachte? Al gauw maakten we ergens begin 2008 een afspraak in het centrum van Utrecht. Dat was best spannend voor beiden, want hoe zouden we elkaar aantreffen? Nu, dat viel mee. Alleen zochten we tevergeefs naar een rustig café waar we konden bijpraten. Wat een herrie was het overal. Na diverse horecagelegenheden te hebben bezocht, eindigden we N.B. in de bibliotheek. Daar was het tenminste wel stil. We merkten al snel dat we na al die jaren meer gemeen hadden dan ik had verwacht. Opnieuw tot mijn verbazing en tegen elke verwachting in bleek dat vriend B. ook het christelijke geloof had omarmd en dat deed me erg goed. Ook was hij dan (opnieuw tot mijn verbazing) niet langer protestants maar rooms-katholiek gaan geloven. Maar dat maakt de Vader aller gelovigen helemaal niets uit, en mij dus ook niet!

Inmiddels hebben we elkaar alweer een aantal keren ontmoet en zijn we van plan om dat nog lang vol te houden. 
Wie had kunnen denken dat die twee puisterige koppies van veertien die ooit stiekem sigaretten rookten tijdens hun tienertourvakanties en alle puberstommiteiten uithaalden die je maar kunt bedenken nog eens serieuze gesprekken over het Leven Zelf zouden voeren? Het is een vreemde wereld. Maar ook mooi. Soms best wel heel erg mooi.

Tot zover deze trilogie.

Rest nog de uitslag van de fotowedstrijd. Alle inzendingen (lees: die ene van Simona) waren goed. Men herkent een Heer van Stand aan zijn stropdas. Dat spreekt voor zich. De waarheid gebiedt wel om even op te biechten dat ik sinds deze foto eigenlijk nooit meer een stropdas heb gedragen. Uit principe. Het oplettende lezertje moet maar denken: adelheid zit vooral vanbinnen....
En Christina wilde de Heer van Stand nog wel eens in korte broek zien. Jaja, dat zouden we allemaal wel willen. Of niet? Maar dat zou mijn eigen juffrouw Doddel (lees: Purperpol) natuurlijk nooit goed vinden. En anders is het wel vast erg slecht voor de volksgezondheid....

donderdag 10 juni 2010

Mijn vriend B. (deel 2)



Na de jolige vakantie waarover ik eerder schreef werd onze vriendschap danig op de proef gesteld door de tijdgeest. We wandelden richting adolescentie, en de tijdgeest van de jaren zeventig dicteerde dat je overal Een Mening over moest hebben. En dat je Een Keuze moest maken. Er waren er twee, dat maakte het dan wel weer vrij gemakkelijk. Je was links of je was rechts. Eitje. Links was socialistisch of erger, rechts was kapitalistisch en dat was al erg genoeg. U begrijpt: ik had mijn keuze al gemaakt. Vriend B. ook. Maar helaas, wij hadden de tegenovergestelde keuzes te pakken. Dat gaf problemen. Vooral van mijn kant, want geradicaliseerd als ik was, kon ik het niet verkroppen dat vriend B. zich zo gemakkelijk liet meevoeren met het 'klootjesvolk' dat alleen maar leefde voor de leut, het bier, het voetbal en de vrouwtjes. Nee, dan ik. Ik was op zoek naar De Grote Waarheid. Die dacht ik vooral te vinden in protest, politiek en (vreemdgenoeg) rock 'n roll. Alles was beter dan de burgermansmoraal van 'the establishment'. [ Bob Dylan kreeg toen een prachtige bootlegtitel: "While the establishment burns" - ik heb die elpee nog steeds.... ] En ergens was daar ook nog God en Jezus en zo, maar daar hield ik me nog even afzijdig van. Zo groot hoefde de Waarheid voorlopig nog niet te worden... En bovendien, waren al die koffiebartypes in die tijd niet allemaal aangepaste burgertjes in spe? Nou dan. Die Billy Graham ging samen met Richard Nixon (dé aartsvijand van progressief links) naar de kerk. Opium voor het volk natuurlijk, dat soort godsdienst. Nee, dan wij alternatievelingen. Wij wisten wel wat rechtvaardigheid was... Ach, opnieuw schiet Bob Dylan door me heen: "Ah, but I was so much older then, I'm younger than that now." Later, veel later in mijn geval, komen de nuances.

Maar door dit alles had vriend B. voor mij afgedaan. Onze vriendschap moest maar sneuvelen, want die had voor mij geen waarde meer. Ik nodigde B. uit om naar mijn toenmalige woonplaats Arnhem te komen en onder de koffie in V&D 'verklaarde ik onze vriendschap als gesloten'. B. was daar niet blij mee, schreef me nog een bittere brief, die ik ongetwijfeld even bitter beantwoordde. Maar ik eindigde met de woorden: Remember the fun we had.

(wordt vervolgd)

Overigens: nog niemand van u heeft gereageerd op de fotowedstrijd. De vraag was: wie was vriend B. en wie de Heer van Stand?
Het stemlokaal is nog steeds geopend. Behalve voor familie tot in de derde graad en vriend B. zelf natuurlijk! ;-)

maandag 7 juni 2010

Mijn vriend B.

Vanaf mijn zesde tot mijn achttiende jaar had ik een vriendje. Vriendje B. noem ik hem hier in verband met de privacy.
We zaten toentertijd in dezelfde (eerste) klas van de lagere school in Rotterdam-Overschie en het klikte wel tussen ons. We speelden samen, haalden streken uit en ravotten wat langs de straat. Toen ik moest verhuizen, verhuisde onze vriendschap gewoon mee. Vriendje B. en ik schreven elkaar regelmatig brieven (met de standaard opening: "Hoe gaat het met jou? Met mij gaat het goed.") en we gingen om beurten bij elkaar logeren. In onze pubertijd gingen we samen ook op pad zoals tijdens onze 'tienertour'weken, waarvan het nodig is te weten dat je toen voor ongeveer drie tientjes (in guldens!) een hele week door Nederland mocht sporen en waarbij we er DUS een sport van maakten om zoveel mogelijk kilometers te maken. Want wij spoorden enorm toen. Zodoende zagen we van de letterlijk meest uiteenlopende steden alleen de treinstations en verder helemaal niets. Maastricht, Den Helder, Groningen en Vlissingen, we konden met droge ogen beweren dat we er geweest waren. Maar daarbij bleef het dan ook. Hooguit stapten we even uit om de inpandige snackbar van zijn vet af te helpen.
Niet veel later durfden en mochten we samen op kampeervakantie. We ervoeren daarbij wat het was om als 15-jarigen - in de achtertuin van mijn oom op 'proefvakantie' - midden in de nacht volkomen weg te spoelen uit een derdehands tent, en een jaar later - op camping De Zanding te Otterlo - hoe het was om op onze knieën gezeten vanuit mijn splinternieuwe tent met onze halfdronken kop 's avonds laat de overtollige urine te lozen, die we de volgende dag alsnog moesten begraven vanwege de stank...
We waren toen dus 16 jaar en we zaten enige uren daarvoor op een terrasje stoer te wachten totdat we ons geld konden laten rollen. We zouden bier gaan drinken, want we waren best oud genoeg daarvoor, dachten we zo. De kelner kwam en ik zei vanuit de gedachte dat ik voor ons beiden bestelde: "Twee bier." Vervolgens richtte de man zich tot vriendje B. en die tot mijn stomme verbazing hetzelfde tegen de kelner zei... Nuchterheid gaat niet altíjd samen met snuggerheid. Zo'n kelder begrijpt ook niks, dacht ik nog. Of had vriend B. misschien moeten begrijpen wat ik bedoelde? Zo'n dorst had ik nou ook weer niet. Maar ik hield natuurlijk mijn mond, want assertiviteit was nog niet uitgevonden in 1973. En zo zetten wij ons dapper aan het gerstenat.

(wordt vervolgd)

O ja, graag nodig ik de oplettende lezertjes uit om te raden wie op de bovenstaande foto vriendje B. was en wie heel veel later de Heer van Stand werd, die deze blogspot vanuit zijn tere gevoelsleven zo fijnbesnaard kan vullen met zijn hoogstaande proza. Ahum.

zaterdag 5 juni 2010

COLUMN TIEN: THUNDERBIRDS ARE GO!









Wie kent de Thunderbirds nog? Vijf machtig mooie machines, bestuurd door vijf frisse, blanke boys van rond de vijfentwintig, die ieder op hun beurt machtig mooi reddingswerk deden, aangestuurd door patriarch vader Tracey vanaf zijn gelijknamige eiland.

Vanaf 1966 was deze Britse tv-serie iedere zaterdagmiddag op de Nederlandse buis te zien. Omdat wij thuis nog geen tv hadden, ging ik bij een vriendje kijken en speelden we met nog een ander jochie de hele handel na.

In 2004 kreeg de serie uiteindelijk een remake in de vorm van een heuse speelfilm en toog ik apetrots met mijn oudste zoon naar de bioscoop. Tot mijn stomme verbazing was mijn Elias met zijn negen jaren veruit het oudste kind in de zaal. De gemiddelde leeftijd van de kijkertjes naar deze speelfilm waarvan de hoofdpersoon zo rond de veertien is, bedroeg zes jaar. Zes jaar! Nog te jong om zelfs maar de ondertiteling te kunnen lezen. Nu was de film weliswaar nagesynchroniseerd, maar de verhaallijn en het plot waren voor de gemiddelde zesjarige onmogelijk te volgen. Vermoedelijk bleef alleen het Thunderbirdsgevoel ze naderhand nog bij.

Jammer genoeg vormde dit piepjonge publiek geen uitzondering. Zo zag ik eerder in de bioscoop driejarigen zitten, die hartverscheurend begonnen te huilen toen het even eng werd bij Pipo, een leuke film voor zevenjarigen. En merkte ik laatst dat een vierjarige kleuter de videofilm van Pietje Bell cadeau kreeg, een leuk presentje voor een kind van tien. En als klap op de vuurpijl hoorde ik gisteren dat er kinderen in de groep 6 van Elias zitten die The Lord of the Rings hebben gezien.

Als je als kleuter al kijkt naar films voor zo’n vijf jaar later, waar kijk je dan naar als je dertien bent?

Inderdaad.

Hoe luidde het spreekwoord ook al weer? Vroeg rijp, vroeg rot.


Deze column werd eerder gepubliceerd in Aan de Hand - het christelijke opvoedmagazine van Nederland - http://www.aandehand.nl/

vrijdag 4 juni 2010

Haasje Repje

Purperpol en ik doen dagelijks mee met de test van Beter Spellen (www.beterspellen.nl) .
Vandaag stonden zoals altijd weer vier nieuwe vragen klaar. Het spreekt voor zich dat het onze eer te na is om fouten te maken. Het spreekt ook voor zich dat Purperpol dat nog beter lukt dan mijzelf. Ach ja, een Heer van Stand laat graag een dame voorgaan.

Gelukkig is mijn gemiddelde score inmiddels opgerekt tot 89% terwijl het gemiddelde gemiddelde (?) blijft steken op een bescheiden 77%. Kijk, dat laatste is belangrijk. Want als dat gemiddelde nu bijvoorbeeld 87% zou zijn geweest, had die 89% toch minder gevoeld. Maar genoeg over mijn eigen ijdelheid.

Een van de vragen van vandaag ging over de juiste spelwijze van de uitdrukking haastje-repje. Je kon kiezen uit vier mogelijkheden:

a. Haastje-repje

b. Haast je, rep je

c. Haasje-repje

d. Haasje Repje

Die laatste mogelijkheid is weliswaar de foutste die je kunt bedenken, maar ik vind hem ook de leukste. Wat dacht je van een sprookje of fabeltje met zo’n titel? Leuk idee om zo’n boek zelf te schrijven? Mm. Waarschijnlijk is deze verbastering van het gezegde al eerder gebruikt. Een snelle rondgang op internet leert dat er een Almeerse peuterspeelzaal is die zo heet (lekkere sarcastische sneer trouwens naar de zich altijd haastende tweeverdienende yuppenouders), een croissanterie in Vlaardingen, een modezaak in Groningen, een Nederlandstalig lied (Johnny Haasje Repje) en het blijkt ook de titel van een schilderij op de webpagina mesjogge-kinderkunst.nl.

En ja hoor: het idee is ook al gebruikt als boektitel. Vijf pagina’s diep in google stuit ik op het boekje Tovertje Konijn en Haasje Repje. Auteur is Harriet Laurey en het verscheen al in 1956. Dat was zelfs nog (net) voor mijn geboortejaar. Misschien heb ik het als peuter wel voorgelezen gekregen. Ach natuurlijk: vandaar dat ik het zo grappig vond!

donderdag 3 juni 2010

Mc Duck

Tijd voor iets heel anders.

Vandaag eens een berichtje over onze relatie met de grootste hamburgerketen ter wereld. Die relatie is bijzonder slecht, verklap ik maar vast. En nee, wij zijn geen vegetariërs en eten af en toe ook een hamburger, al is het dan niet van zo'n multinational. Ik heb me door mensen die hun geld wel hebben afgestaan aan deze slager laten vertellen dat die broodjes helemaal niet zo lekker zijn als wordt beweerd.

Waarom ik zo'n hekel heb aan die vetuitbater? Omdat hij symbool staat voor de Amerikaanse manier van leven. Mc D. is een religie met miljoenen gelovigen. Al jaren geleden stelde een onderzoekbureau vast dat de gele, gebogen M als beeldmerk inmiddels bekender is dan het kruisteken.

Verder mag Mc D. worden verweten dat ze miljoenen tonnen afval heeft geproduceerd en op volkomen onverantwoorde wijze heeft gedumpt. Dat het bedrijf tegenwoordig een gerecycled imago heeft, doet daaraan helaas niets af. De eerste decennia is er vervuild op een schaal waar de honden geen broodjes van lusten.

Daarnaast wordt eindelijk duidelijk dat het eten van grote hoeveelheden vlees ontzettend slecht is. Allereerst voor het menselijk lichaam zelf, dat niet geschapen is om zoveel vlees te eten. Elke dag (veel) vlees eten, kwam nooit eerder voor in de geschiedenis, simpelweg omdat we niet eerder op zo'n grote schaal zo rijk waren. En omdat de prijs van vlees veel te laag is geworden. Gevolg: enorm dierenleed en grootschalige vervuiling op het boerenerf (ver van de roodgele restaurants). Dan mag 'Ronald McD.' wel huizen openen om het leed dat kanker heet te verzachten, maar een van de oorzaken van kanker is een verkeerd voedingspatroon, waar Mc D. volop aan meewerkt en in feite ook propageert.

Omdat Mc D. de grootste inkoper is van aardappelen en rundvlees heeft het bedrijf, dat zo graag zijn sociale gezicht laat zien in de directe omgeving van zijn winkels, zijn toeleveranciers in een wurggreep. Slechts een paar aardappelverwerkers en rundvleesverwerkers zijn overgebleven en die lopen aan de leiband van Mc D. en andere fastfoodreuzen. Zelfstandige aardappel- en veeboeren zijn er nog amper.

Mijn volgende punt: doordat Mc D. en consorten de voedingsnorm hebben veranderd (elk jaar komen er 2000 vestigingen van Mc D. bij! en dus struikel je in de VS over deze neo-heidense totempalen) is overgewicht gigantisch toegenomen. En wie tegenwerpt dat Mc D. nu ook gezonde salades verkoopt, zeg ik: die salades zijn letterlijk nogal besuikerd en gevuld met waterbommen als komkommers en ijsbergsla, dus laat dat gezonde er maar vanaf.

Verder is slechts bij een enkeling bekend hoe Mc D. tewerk gaat (of laat gaan) in arme landen, waar de autochone bevolking uit hun wouden worden verjaagd doordat die wouden grootschalig worden gekapt zodat er hamburgers in spe kunnen grazen of goedkope soja kan worden verbouwd dat louter als veevoer dient.

Ook bijna niemand weet dat doordat het geld regeert en daarom het vee snel en spotgoedkoop moet worden geslacht, er op een fastfoodhamburger meer fecale bacteriën voorkomen dan op een gemiddelde wcbril.

Afijn, wie meer wil weten of mij domweg niet kan geloven, moet maar eens op zoek naar het boek "Het fastfoodparadijs" van Eric Schlosser, die undercover werkte bij het bedrijf (Het Spectrum - 320 pagina's - 21,50 euro). Hij beschrijft, zonder te willen demoniseren, een wereld van dwang, uitbuiting, terreur en bedreigingen. De fastfoodindustrie stinkt, niet alleen figuurlijk maar ook letterlijk. Daar wil je toch niet aan meedoen?

Zo, en nu ik dit appeltje heb geschild eet ik het ook maar op. Wel zo gezond.


woensdag 2 juni 2010

Huub Oosterhuis in ere hersteld (?)

De vorige keer blogde ik over mijn verwondering over een versregel uit een gezang van Huub Oosterhuis.

Loof God in je zonde, loof hem kwaad en goed.

Ik blogde dat ik daar geen chocolade van kon maken. Wel onkruid. Maar op de Bijbelstudiekring die ik wekelijks bezoek, wist men er wel raad mee toen ik daar meldde wat ik hier eerder blogde.

"Da's niet zo moeilijk hoor", zei er een. "Je kunt God nog steeds loven ook al besef je dat je zondig bent." En iemand anders deed ook een milde duit in het zakje: "Je kunt God loven in goede én in kwade dagen."

Mm.
Als je het zo bekijkt.... Dan ben ik het er wel mee eens, natuurlijk. Maar hoe komt het dan dat ik het op een louter negatieve wijze las? Is mijn oog zo vertroebeld? Het zou zomaar kunnen. Maar ik ben ook bang dat het ligt aan een ver gaande ontwikkeling binnen de roomse kerkafdeling waarin het allemaal niet zoveel uitmaakt wat je doet, als je het maar met de beste intenties doet. En ook daar zit wat in, want God kijkt het hart aan. Maar die 'beste intenties' kunnen zeer bedrieglijk zijn. Ik bedoel: ik kan bij wijze van spreke met de beste intenties iemand de hersens inslaan, almaar denkend: ik doe dit met de beste intenties.

Ook en/of juist daarom vind ik dat broeder Oosterhuis wel wat duidelijker had mogen dichten. Maar ik geef toe: "in je zonde" is wat anders dan "door je zonde".
Dus toch: een beetje eerherstel voor Huub Oosterhuis.
En dit zeg ik in mijn zonde...