dinsdag 31 augustus 2010

Genadestokbrood


Wie niet werkt, zal ook niet eten.

Dat motto zit er in geramd bij ons (ex-) calvinistische Nederlanders. Dat motto wordt overigens steevast onterecht aan de Bijbel toegeschreven. Want daar staat dat wie niet wil werken ook niet zal eten. En da's toch een wat liefdevollere boodschap, nietwaar?
Nee, de bijbelse boodschap die dus een goddelijke boodschap is, is een andere. Daar kwam onlangs onze Elias ook weer achter.

Als kerkelijke kring waren we ingegaan op een uitnodiging om eens wat werk te verzetten voor de Stichting Present waarvan het doel is om Goede Werken te verrichten in de naaste omgeving. Deze stichting wist een oude mevrouw voor ons wier tuin nodig eens onder (onze) handen genomen moest worden. En dus togen wij eropuit en eropaf. Maar zoonlief stond in dubio. Hij wilde eigenlijk veel liever naar 'zijn' oorlogsmuseum, waar hij vrijwilligert op zijn vrije zaterdagen. Dat is natuurlijk veel avontuurlijker dan een suffe en ingeslapen achtertuin.

'Nou,' zeiden we tegen hem, 'dan kom je toch alleen bij het eten erna.' 'Maar dat is dan toch alleen voor degenen die mee hebben geholpen?' antwoordde hij verbaasd.

Kijk, daar komt de goddelijke genade om de hoek kijken. Niet alleen de werkers van het laatste uur (of in zijn geval: het enige uurtje dat hij, na vaders vroom gepreek, obligaat meewerkte) mochten aanschuiven aan tafel, maar zelfs degenen die om welke reden dan ook niet hadden gewerkt mochten zelfs meeëten van de hoorn des overvloeds. In zijn geval was dat geen hartige taart, gezonde salades en bier of wijn, want dat blieft meneer allemaal niet, maar enkel een flink stuk stokbrood, dat er overigens goed inging.

Maar omdat een mens niet bij brood alleen zal leven, was er voor hem ook nog een vette kippenpoot van de barbecue. Die kip bleek heel erg biologisch te zijn (geweest), dus was er hier in dubbele zin sprake van Het Goede Leven. Zo mag een Heer van Stand het zien. Al was het alleen maar omdat zijn Goede Vader het ook zo zou willen zien...

zondag 29 augustus 2010

De nieuwe publieke omroepzender VPEO


Gisteren was het een journaal-item: de NRCV en de KRO willen samengaan. De EO werd ook gevraagd aan te schuiven maar weigerde bij voorbaat. Daar kan ik me iets bij voorstellen. Al jarenlang bemerk ik een niet geringe inhoudelijke leegte bij de eerste twee genoemde omroepen, die respectievelijk voorheen christelijk en voorheen katholiek waren, maar blijkbaar nog nooit aan een naamsverandering hebben gedacht. Daar zou ik ook niet bij willen horen als EO. Ook al is de EO zelf ook nogal veranderd in de afgelopen jaren. Maar de basis is nog steeds Jezus Christus en dus oké.
Lang geleden was ik lid van de VPRO, compleet met gidsabonnement. Later kwam daar het tientjeslidmaatschap van de EO bij. Sinds onze kinderen kunnen lezen heb ik het gidsabonnement maar eens omgedraaid, maar verder zou ik beide omroepen niet willen missen in het aanbod van de publieke zenders. De VPRO vanwege de (soms rauwe) werkelijkheid die zij ons laat zien en de EO vanwege de waarheid (ja, die met een hoofdletter) die zij ons toont. Een aanstekelijke mix. Tenminste als deze omroepen op hun best zijn, want niet alles wat ze uitpoepen vind ik briljant.
Waarom gaan deze twee omroepen eigenlijk niet samen? Vroeger, in de provocatiedagen van de VPRO (denk aan Sjef van Oekel, Barend Servet en Hoepla) leek dat een onmogelijkheid. Ook bij de EO trouwens, waar de braafheid en de tutteligheid lange tijd regeerden. Maar in 2010 lijken beide omroepen meer op elkaar dan ooit, zonder dat ze inhoudelijk water bij de wijn hebben gedaan. Uit goed ingelichte kringen weet ik dat men bij de EO soms wel eens jaloers is op de VPRO vanwege de mooie programma's zoals indertijd het onovertroffen 'Beter dan God'. Gezien de titel lijkt dat een gotspe, maar dat programma kon eigenlijk gewoon door de EO zijn worden gemaakt.

Daarom luidt mijn gewaagde stelling:

Het wordt tijd voor de VPEO.

Opdat de Waarheid ook werkelijkheid gaat worden, als men begrijpt wat ik bedoel...

vrijdag 27 augustus 2010

Kinderen nemen













Omdat we hier in ons veilige christelijke dorpje (dat overigens geen Veenendaal heet zoals zuster A. te Z. abusievelijk reageerde op mijn vorige post) veel christelijke onder-ons-gesprekjes hebben, kwam de opmerking als een schok voor me.
Ik was met een paar, grotendeels niet-gelovige, collega's uit eten in een aardig Afrikaans restaurantje, waar we overigens geheel in stijl met de vingers moesten eten en we gelukkig ook figuurlijk onze vingers konden aflikken, en het gesprek kwam op kinderen krijgen. Die uitdrukking zit er bij mij tamelijk ingeramd, maar dat dit niet bij iedereen zo is kwam ik achter. Op een bepaald moment zei een collega: "Ja, maar daar houd je toch rekening mee in het aantal kinderen dat je neemt?"
Ik was te perplex om adequaat te reageren, en geloof me: dan kan ik beter mijn mond houden.
Later thuis dacht ik er nog wat over na en kwam ik tot de volgende grappige conclusie. Deze vrouw, die naar ik weet moeder is van meerdere kinderen, heeft wellicht bij de geboorte van haar kroost een ander geboortekaartje laten maken dan wij, waarop de tekst als volgt was bedacht:

Met grote blijdschap, maar zonder enige verwondering hoe dan ook, melden we u dat we een kind hebben genomen. Voordat we tot de conceptie overgingen waren we bij ons volle verstand en dit kind is dus absoluut gepland. Wij zagen dat het goed was en noemen hem:

                          Maaksel

Moeder en kind maaksen het goed en rusten volgens eigen planning tussen 12.00 en 14.30 uur. Bezoektijden zijn in overleg maar dus niet tijdens de rusturen, want dat kunt u niet maken.

Bennie & Hennie Eigenheimer
Ooievaar 3
1234 AB Kinderdijk

woensdag 25 augustus 2010

En oordeel niet...

Een bijbels woord leert dat we niet mogen oordelen. Daar ben ik het helemaal mee eens, al vind ik het beremoeilijk om me eraan te houden. Ik heb veeleer de neiging om aan de lopende band te oordelen. Het beste is natuurlijk om meer liefde in je hart toe te laten zodat dat oordelen vanzelf stopt, maar ik heb een gemakkelijkere weg ontdekt. Sinds een jaar of wat laat ik mij betalen om te oordelen. En het 'mag' ook nog van de Bijbel, want het gaat niet over mensen.

Wat deze Heer van Stand dan wel oordeelt? Kinderboeken. En ik moet zeggen: het is heerlijk werk. Al mijn lage driften kan ik nu alsnog botvieren, zij het dan slechts op onschuldige boekjes. Nou ja, onschuldig. Er zitten soms echte draken van boeken bij hoor, en die sabel ik dan vakkundig en met liefde neer. Mijn pennetje kan vlijmscherp zijn, hij lijkt namelijk nogal mijn tong...

Dat ik daarbij wel eens te ver ben gegaan, moest ik tot mijn schaamte zelfs horen van een 'ongelovige' medewerker van NDB/Biblion, de club waarvoor ik het allemaal doe. In een van mijn recensies van het zoveelste truttige en slecht geschreven refoboekje waar het geloof er steevast met de haren bijgesleept wordt (voor de liefhebbers van dit soort horror hierbij de titel: Het Blinde Meisje - uitgeverij De Banier), opperde ik dat de schrijfster ervan waarschijnlijk in een museum woonde. Touché, dat was onder de gordel en niet erg netjes van mij. Na die opmerking bedenk ik me wel een tweede keer voordat ik iets negatiefs over een auteur schrijf. Maar die vreselijke boekjes schrijf ik rechtstreeks naar de oudpapierbak. En dan fantaseer ik dat dat oude papier weer wordt hergebruikt voor betere boeken. Zo maak ik in vergelijking met de bijbelse omvorming van wapens naar ploegscharen, van slappe schotsschriftjes ware woordkunstwerken. Eigenlijk bedrijf ik dus missiewerk met al mijn geoordeel. Ach ja, als men een Heer van Stand maar zijn eigen gang laat gaan, stijgt hij op naar grote hoogten. Allemaal dankzij zijn eigen wijsheid. Of moeten die twee laatste woorden aan elkaar worden geschreven? Daar heb ik dan even geen oordeel over...

zondag 22 augustus 2010

Mijn eigen kernkoppencrisis














Vanavond zat ik samen met mijn opgroeiende zoons te kijken naar Thirteen Days, een echte mannenfilm die handelt over de Cubaanse kernkoppencrisis. Voor de geschiedzwakken onder ons: over het moment dat Wereldoorlog III bijna uitbrak doordat de VS weigerden dat Cuba's Fidel Castro 162 Russische kernkoppen zou laten stationeren. Daar is een tijdje terug een goeie film van gemaakt en die zaten we dus te bekijken. Met z'n drieën. Ach, dacht ik, eindelijk is het leven goed. Vader kijkt met genoegen samen met zijn weliswaar oorlogzuchtige zoons naar een film over een waargebeurd verhaal dat hen ook nog enige politieke en strategische kennis zou bijbrengen, en ook nog iets over hoe de wereld 'echt' in elkaar zit.

Maar dat had ik maar gedacht.

Ruim een uur in het verhaal verder haakt Elias af. Hij vindt het allemaal veel te veel politiek. Politiek, moet u weten, is zwaar saai. De Polletjes moeten er niets van hebben. Gevochten moet er worden, bloed, zweet en heroïek daar gaan we voor. Desnoods, ik zeg: desnoods, met enige, ik zeg: enige, romantiek. Maar het enige wat we vanavond zagen waren mannen in nette pakken met heuse stropdassen en dat scoorde misschien wel bij de legertop van de USSR anno 1962, maar niet bij mijn eigen twee keiharde kernkoppen in 2010. Die zijn een stuk minder gemakkelijk over te halen tot een consensus dan Chroestsjev indertijd en lijken, nu ik toch aan het vergelijken ben, verder ook opvallend weinig op de broertjes Kennedy. 't Is maar dat u het even weet. Ik weet het voorlopig ook weer.
Misschien dat een blokkade me gaat helpen?

donderdag 19 augustus 2010

Een peperduur boek gekocht

Ik heb een peperduur boek gekocht, ook al was het maar € 12,50 in de winkel. Maar toen ik het begon te lezen, besefte ik: dit boek gaat me geld kosten. Erg? Nee hoor. Ik geef wel om geld, maar leef er niet voor. Het boek pakte me gelijk bij de lurven. En ik ben nog maar net begonnen. Eén van de mooie uitspraken die erin staan is deze, het is een zinnetje van slechts drie woorden, maar een enorme doordenker. Sta er maar eens even bij stil. Daar komt ie:

Geld kost tijd.

Geld kost tijd. Wie precies wil weten wat daarmee wordt bedoeld, moet het boek zelf ook maar aanschaffen. Maar wees gewaarschuwd: deze paperback is vele malen duurder dan die lijkt....

maandag 16 augustus 2010

Jager met vleselijke lusten













Mannen, het zij bekend, zijn jagers. Dat is van oudsher zo geweest en dat zal ook altijd zo zijn. Waar jagen mannen dan op? Op vrouwen natuurlijk. In het sprookje van de primitieve wilde zien we het zo voor ons. Een ruig behaarde potige manaap die het met bloed, zweet en tranen bevochten vrouwtje aan heur haren meesleurt naar zijn hol om daar zo zijn voordeel mee te hebben. Veel romantischer kan ik het niet beschrijven. Sorry.

Zo ongeveer heb ik een kleine twintig jaar geleden ook het vrouwtje van mijn keuze naar mijn privé hol gesleurd en doe ik evenzoveel jaren mijn voordeel met haar. Ook al zal haar zwaar gekleurde lezing van ons heuglijk samenzijn wellicht enigszins anders uitvallen.
De hamvraag hier is echter niet hoever onze lezingen van deze fatale jachtpartij uiteenlopen, maar of er nog wat te jagen valt na onze huwelijksdag. Het antwoord hierop luidt volmondig: ja.

Vooral in de zomertijd valt mijn oog regelmatig op allerlei fruitig en ander jong spul en ga ik daar zonder aarzelen en stante pede achteraan. Zodra ik deze levende have in het vizier krijg wordt onmiddellijk de oerman in mij wakker. Gewapend met wat moderne hulpmiddeltjes die mijn mannelijke superioriteit dienen uit te vergroten, probeer ik dan een overweldigende indruk te maken op wat er zo komt aanzeilen bij ons thuis. Niet om vreemd te gaan, mocht u dat nu onverhoeds gaan denken, maar juist om mijn lieve vrouw en bloedjes te beschermen tegen allerlei ongenode indringers zoals voornoemde fruitvliegjes en consorten. Vliegen, wespen, muggen, en alles wat daar ook maar een beetje op lijkt, krijgen te maken met mijn macho inborst die niet gering van omvang is. Mijn elektrische vliegendoder doet dagelijks dienst en ontpopt zich tot uiterst effectief moordwapen dat van mij een serial killer van de eerste garnituur maakt. Zo vier ik mijn vreselijke en vleselijke lusten bot op zwaar onschuldige, minuscule diertjes van de laatste garnituur.

Of ik wel durf tegen die kleine beestjes?
Ja zeg, wat wil je - mijn eigen vlees en bloed kan ik al jarenlang niet meer aan...

zaterdag 7 augustus 2010

Column: Lang en gelukkig

In mijn vorige blog repte ik van een heel leuk luisterleesboek en een column over een heel leuk luisterleesjochie. Die had u nog tegoed. De column dan, het jochie houden we mooi nog even zelf.
Hierbij dan:

Soms valt me een gewetensvraag te binnen. Een vraag over mijn vaderschap. Hoevaak corrigeer onze jongste eigenlijk niet? Hoeveel keren per dag hoort hij mij op hem mopperen? Ruim je rommel op. Doe je jas dicht. Ga je huiswerk maken. Drink je beker leeg. En dan zeg ik het nog netjes. Bij elkaar opgeteld krijgt hij bijna een halve dagtaak aan commando's en bevelen van mij te verstouwen. Wat moet die jongen wel van mij denken? Weet ik dan niet dat één hartelijk compliment meer wonderen doet dan twintig terechtwijzingen? Werkt het bij mijzelf eigenlijk niet net zo? Waarom toch val ik telkens in die valkuil van norsheid en nukkigheid? Waarom kan ik hem niet 'es wat zonniger bezien? En liefdevoller? Bijvoorbeeld zoals zijn hemelse vader naar hem kijkt?
Maar zie, vanmiddag begint dat er aardig op te lijken. Ik heb een leuk cd'tje opgezet: de liedjes van het Grote Prentenboekenliedjesboek. Dat schijfje bevat een keur aan aanstekelijke kwaliteitsliedjes en, het mag gezegd worden, Luuk is erg gemakkelijk aan te steken met pure pret. Op de wijs van zo'n Prentenboekenliedje danst hij zijn dartele dansje van plezier door de kamer. Een geluksmoment. Zijn gezicht wordt zó vrolijk en open dat hij mijn hart raakt. Ik geniet mateloos van zijn vrije voorstelling. Zijn ogen vragen: papa, zie je mij? Ja, ik zie je. En zoals hij naar mij kijkt, kijk ik naar hem. Onbevangen. Genietend. De Grote Norse Pappa en de Slome Luie Luuk zijn er even niet. Een andere geest heeft ons bevangen. Mijn pretoogjes en glimlach geven hem vleugels. Mijn goedkeurende blik en zichtbare genegenheid laten zijn lijf zweven. Hij komt steeds verder van de grond. Ik zie dat hij ziet dat ik zie dat hij daar op zijn zelfbedachte dansvloer eventjes heel gelukkig is. Hij groeit ter plekke wel drie centimeter. Dan houdt het liedje weer op en komt de spontane groeispurt op mij af. Hij slaat zijn armen om mij heen en geeft me spontaan een zoen. En ter plekke groei ik pardoes met hem mee. Zo leven we nog lang en gelukkig.

Deze column stond eerder in het opvoedblad Aan de Hand - http://www.aandehand.nl/

dinsdag 3 augustus 2010

BOEKENTIP: HET GROTE PRENTENBOEKENLIEDJESBOEK




















Het is al weer een tijdje geleden dat ik een boekentip gaf. Schande natuurlijk, want er zijn goeie kinderboeken genoeg. Slechte ook trouwens, maar die zwijgen we hier het graf in. 
Allereerst de recensie die ik vier jaar geleden schreef voor het onvolprezen opvoedblad Aan de Hand:, waarvan u nu zo onderhand toch wel eens een abonnement voor het leven op zou moeten hebben genomen. Maar dit terzijde.

Het grote prentenboekenliedjesboek
Auteurs: Elle van Lieshout & Erik van Os
Uitgeverij: Lemniscaat
Aantal bladzijden: 94
Prijs: € 15,00
Leeftijd: 6-10 jaar

Idee: laat van de negentien beste kinderboeken uit je eigen fonds leuke liedjes maken, laat die inzingen door Hakim van Sesamstraat en zet die op een cd. Stop die cd achter in een prentenboek waarin je de tekst en de muziek van deze liedjes (inclusief gitaargrepen) afdrukt. Verzin er nog een leuk spelletje bij van het kaliber “zoek de zeven verschillen” en illustreer het geheel met plaatjes uit het betreffende boek. Ziedaar het recept voor een aantrekkelijk geheel. En het mag gezegd worden: Lemniscaat heeft genoeg kwaliteit in zijn catalogus om voor de dag te kunnen komen met 19 sterke titels. Denk aan Max en de Maximonsters, Monkie, De Gruffalo en Raad eens hoeveel ik van je hou. Geweldige leuke boeken voor kleuters en iets oudere kinderen. Mede daardoor valt er veel te genieten in dit boek, vooral de speciaal hiervoor gecomponeerde liedjes zijn erg sterk en werken aanstekelijk bij jong en oud. Toch enige kanttekeningen: Hakim is weliswaar erg bekend van en prima op z’n plaats in Sesamstraat, maar daar redt hij het niet mee als je hem alleen maar hoort zingen. Dan valt op dat zijn uitspraak van het Nederlands niet bepaald loepzuiver is: zo wordt “vallen” “valen” als Hakim het zingt en dat stoort. De muzikale begeleiding is technisch gezien klasse maar meer variatie in de begeleiding was wenselijk geweest. En de grootste misser: er is nergens een inhoudsopgave van de cd te bekennen.

Tot zover mijn recensie, die ik nu en achteraf toch nog een beetje te zuur vind. De zang van Hakim zou je namelijk ook gewoon erg grappig of zo u wilt charmant kunnen noemen en kinderen zullen heus niet verkeerd gaan spreken door deze door hem gezongen liedjes.

Ik heb eigenlijk alleen maar goeie herinneringen aan dit boek en deze cd omdat ik dankzij deze liedjes een uiterst vrolijke Luuk kreeg en daar prompt weer een column over schreef die op zijn beurt weer werd geplaatst in het onvolprezen... o, u raadt het al. Die column houdt u nog te goed, want al te veel moois kan een mens niet in één keer aan. Ja nee, u natuurlijk wel, maar die andere lezers van dit blog niet. Dus voor hen houdt u zich nu even groot.

Tip: het boek staat nu op Marktplaats zag ik net bij toeval (niet van mij, want ik houd hem lekker zelf!).