maandag 28 februari 2011

De Hertog en de Heer van Stand



Al jaren loop ik te mekkeren dat ik een ouwe vent word. Dat komt omdat ik vind dat dat eigenlijk niet zou mogen. Oké, iedereen wordt ouder, maar ik toch zeker niet? De wetten der natuur zijn op zich best leuk bedacht, maar hoeven niet noodzakerlijkerwijs ook altijd voor mij te gelden. Zo zou ik best wel forever young willen blijven. Al was het alleen maar omdat ik groot fan ben van de zanger van dat lied. U wilt niet weten hoeveel moeite ik mij getroost om werk te maken van dat jong blijven.

[Zo had ik - weliswaar onbedoeld - een week lang kniepijn over voor wat doelloos heen-en-weer-geren op veel te dure sportschoenen, die nu voor een smal prijsje te koop staan hier ten huize. Of zal ik toch doorzetten? Helaas ben ik Kwetal niet en twijfel ik als Heer van Stand volop. Desalniettemin, bedankt voor u hartverwarmende maar volslagen tegengestelde reacties op mijn vorige bericht, die mijn twijfel daarom alleen maar hebben doen groeien. Maar dit allemaal terzijde.]

Op muzikaal gebied luister ik al decennia lang naar wilde rock 'n roll, alsof het nog steeds 1971 is en The Who op haar hoogtepunt stond. Ooit was ik een van de eerste Nederlandse U2-fans en nog steeds mag ik graag een deuntje van deze gasten (mijn leeftijdsgenoten!) door de kamer laten knetteren. Soms maant mijn oudste zoon mij zelfs tot kalmte, en dan denk ik stiekem: Yes! Ik ben in mijn hart eigenlijk nog jonger dan jij. Want zo diep zit dat Peter Pansyndroom.

Maar toch. Ook bij mij verandert er wel 's wat. Steeds vaker merkte ik dat ik 'rustige' muziek ook best wel kan waarderen. Daarom kocht ik in een grijs verleden zelfs een heuse klassieke cd van Horowitz met van die puike pianomuziek om samen met de zondagse-koffie-met-gebak-en-kwaliteitskrant weg te kunnen werken. Of een schijfje Gregoriaans van de broeders uit Clervaux. Smaakte prima allemaal. Maar daar bleef het ook bij. Het moest allemaal wel een geintje blijven. Tot vorige week. Toen zag ik in de platenwinkel een dubbelcd van Duke Ellington voor veel te weinig geld liggen. The Duke wenkte mij vanuit het rek en fluisterde mij schaamteloos zoete beloften in. Mijn oren hingen al aan zijn lippen, want voor zoete beloften kun je me midden in de nacht wakker maken, en ik was verloren nog voor ik een noot had beluisterd. Sinds vorige week hangt hier in de kamer dagelijks een lome jazzsfeer waarbij de hippe loungemuziek uit de jaren negentig verbleekt. Zoals de titel van de cdbox al aangeeft is dit essential music. En is mijn nieuwe levensdevies vanaf heden:

It ain't mean a thing, if it ain't got that swing.


Come on baby, let the good times roll!
♪♫♪♫♪♫♪♫♪♫♪♫♪♫



woensdag 23 februari 2011

Blessure

 Ik weet nog dat een goede kinderboekenvriendin meermaals tegen me heeft gezegd:

"Sporten? Levensgevaarlijk!"

Ik was het roerend met haar eens en nam me, hoewel reeds overtuigd, daarom eens te meer voor nooit te beginnen aan dat levensgevaar. Maar ja, het vlees is zwak. Zo zwak inmiddels, dat het zelfs mij begon op te vallen. Mijn conditie was niet anders dan hopeloos. Daar moest ik wat mee. Maar wat? Tja, toch maar sporten dus. Mijn goede kinderboekenvriendin moest haar neus maar even alleen maar in die kinderboeken steken, terwijl ik de straten van ons anders zo rustieke dorp deed sidderen. Helaas bleek haar goede raad bepaald geen kinderboekenwijsheid, want sinds gisteren ben ik gevloerd. Al meteen toen ik begon met rennen voelde er al iets steken in mijn rechterknie, maar een echte kerel negeert dat en dan gaat zoiets vanzelf over. Ik ben geen echte kerel. Ik negeerde me suf, maar het hielp niets. Vooral nadat ik was thuisgekomen werd elke stap er één, zodat ik er in feite meer géén kon zetten. Want zo werkt dat. Gauw dus op internet wat heen en weer gebladerd en ontdekt dat ik waarschijnlijk een blessure uit de top 5 heb. Het heeft een gemakkelijk te onthouden naam: patellofemoraal pijnsyndroom. En als u dat te deftig vindt, dan mag u mijn blessure ook chondropathie van de patello tutoyeren, ik ben de beroerdste niet. Verder.

 En nu, na een nacht slapen, lijkt het nu allemaal wat minder erg geworden. Ik loop het hele huis al weer door, dus laat u de fruitmanden gerust nog even achterwege. Ik bedoel: die kunnen altijd nog.
Straks denkt u nog dat ik medelijden probeer op te wekken, en hoewel dat juist is, wil ik juist daarmee weer niet te koop lopen, ziet u?

Ach, had ik maar beter geluisterd naar mijn goede kinderboekenvriendin.


zondag 20 februari 2011

Aanbrengen

Soms valt je oog op een krantenbericht dat om een of andere reden de aandacht trekt. Kernwoord is in dit geval 'condooms' dat in combinatie met het genoemde aantal van 725.000 nogal tot de verbeelding spreekt.

Drie Maleise mannen blijken dit aantal rubbertjes te hebben gestolen. Goed voor ruim 241.000 stuks per man dus. Tenminste, als ze eerlijk hebben leren delen. En dat moet je altijd maar afwachten bij de gemiddelde beoefenaar van dit métier. Me dunkt dat dit aantal condooms schromelijk veel is voor één mensenleven, zelfs voor heel erg masculiene mannen met een groot, wat heet mega-libido. Dat zal dan ook de reden zijn geweest dat ze al deze middelen ook niet (alleen) voor zichzelf hebben willen houden, maar bereid waren hun manlijke landgenoten - hoewel ongetwijfeld voor goed geld - ruimhartig een handje wilden helpen.

De laatste zin uit dit krantenartikeltje geeft ondubbelzinnig aan hoever de dieven daarin bereid waren te gaan...


vrijdag 18 februari 2011

COLUMN: LOOFHUTJE

Wie durft nog te beweren dat mijn zoons geen echte jongens zijn? Ze bouwen hutten! Dat wil zeggen: ze slepen planken, takken en achtergelaten rommel uit het bos, zetten dat rechtovereind en noemen dat in hun euforie dan: hut. Hoe geheimer de hut hoe beter. Daarom moet ie afgedekt worden met hopen bladeren en nog meer takken. Zwoegen, slepen en sjouwen. Als ik het werk hunner handen kom aanschouwen, maar niet noodzakelijkerwijs kom bevestigen, stel ik vast dat ze snel tevreden zijn: Jesaja’s hutje in het komkommerveld is in vergelijking opeens een heus paleis. Maar och.

Omdat ze de buurtkinderen voor geen meter vertrouwen willen de jongens het liefst dat de hut in het zicht van ons huis wordt gebouwd. Zodat ze hun wantrouwig oog in het wankele zeil kunnen houden. Want je weet maar nooit. Maar ik zie de bui al hangen. Vanuit onze huiskamer getuige zijn van het pestgedrag van buurtkinderen met hun vernielzucht? Dank je feestelijk. Daarom verordonneer ik dat de hut alleen gebouwd mag worden uit het zicht van ons huis. Want ik wil rust in de tent, ja? Gelukkig ben ik bij ons thuis de baas en doen we daarom altijd wat mijn vrouw zegt. Mijn vrouw is zomogelijk nóg milder dan ik en vindt mijn idee van rust ondergeschikt aan het belang van de kinderen. Dat heet dan moederliefde en daar ben ik mooi klaar mee. Het bouwproject staat nu bijna pontificaal voor ons kamerraam. Verder bedachten de jongens een huttenfeest ‘voor als ie af is’. Daarvoor sparen ze al het snoep op dat ze intussen krijgen. Nou ja, een aanzienlijk deel van het snoep dan, want je moet de zaak niet op de spits drijven. En zo kennen mijn kinderen hun eigen, zelfopgelegde, milde vorm van de aloude vastentijd. Opvoeden is het leren uitstellen van behoeftebevrediging, heb ik wel eens ergens gelezen. Daarom loof ik hun huttenfeest.

(Deze column is ongeveer vier jaar geleden gepubliceerd in het christelijk opvoedmagazine Aan de Hand.) www.aandehand.nl


dinsdag 15 februari 2011

Er is iets Aan de Hand!

Omdat u en masse verzuimd hebt om abonnee te worden op het allerchristelijkste opvoedblad van Nederland en verre omstreken moet het blad nu gaan minderen. U wordt bedankt! Maar omdat de redactie uit rasoptimisten bestaat krijgt u nog één kans om uw leven te beteren. Aan de Hand gaat namelijk door als omgekeerd evenredig 'aanhangsel' bij CV Koers, het allerchristelijkste opinieblad van Nederland en nabije omstreken. Dus als u vanaf nu daarop een abonnement neemt (wordt wakker: een jaarabonnement is goedkoper dan het bedrag waarvoor u hoogstwaarschijnlijk oververzekerd rondloopt) krijgt u dus i.p.v. één nu zelfs twee bladen in één en gaat Aan de Hand alsnog een gouden toekomst tegemoet. Zij het dat mijn vaste column daarin vooralsnog heeft moeten sneuvelen. Hoe vreselijk is dit alles! Maar aan alles (hier op aarde) komt een eind. Ik vind het oprecht jammer hoor, al doe ik er nu wel losjes over.

Maar niet geheel getreurd. Ik had al toestemming van de redactie om mijn oude 'papa-columns' op dit weblog te zetten, en daar ga ik onverdroten mee door. Sterker nog: de columns die ik al klaar had en nu dus nooit gepubliceerd zullen gaan worden, gooi ik binnenkort ook op dit weblog. Komt dat zien! Komt dat zien! Maar voor mijn columns in het glossy Aan de Hand geldt nu helaas: Kwam dat zien! Kwam dat zien! (Zucht.)

zondag 13 februari 2011

De Wii is vet!





Enige berichten geleden blogde ik op deze plaats al over mijn onfortuinlijke ervaringen met de Wii. Helaas moet ik u meedelen dat sindsdien onze relatie verder is verslechterd. Ik ben principieel en overtuigd Wii-weigeraar geworden. Waarom? Ik ga voor het echies, daarom.

Ja nee, echt. Vorige week heb ik de stoute schoenen aangetrokken en me laten overhalen om heuse hardloopschoenen te kopen. Het was dat, of de gruwel van de sportschool met zijn ten hemel schreiende muzak van vette discodreunen. Maar er moest iets gebeuren, want mijn conditie is inderdaad niet helemaal meer wat het eigenlijk nooit geweest is. En één of twee kilo eraf zou dan ook wel fijn zijn. Het afvalproces begon eigenlijk al gelijk in de winkel. Terwijl ik de - overigens afschuwelijk opzichtige - renschoenen afreken voel ik een rib uit mijn lijf verdwijnen. Ik zag hem nog net in de kassa belanden. Maar je moet wat over hebben voor de goede zaak. Sindsdien ben ik al twee keer in shirt en trainingsbroek over straat gegaan en heb ik in het zweet mijns aanschijns de lichamelijke oefening (die volgens Paulus van weinig nut is) gepraktiseerd. Ik kwam gelukkig geen bekenden tegen en Paulus moest nu even niet zeuren.

Ook mijn vrouw zeurt wel eens (vaker nog dan Paulus) en om daar van af te zijn ging ik daags later, op haar uitdrukkelijk verzoek, toch nog één keer op het balanceboard van de Wii staan. Dit om mijn gewicht te meten, want volgens mijn eigen Purperpol geeft de Wii een ander gewicht aan dan onze antieke, analoge weegschaal en mocht ik als weegkonijn dienen. Tot mijn stomme verbazing bleek ik met mijn 68 kilo 'ondergewicht' te hebben. Ondergewicht, nu vraag ik u. Ik heb al jaar en dag een (schattig klein) beginnend buikje en probeer om die reden al net zolang mijn gewicht onder de 70 te houden; maar die Amerikaanse, imperialistische en corrupte oplichterskliek van die Wii (zo, dat is eruit) denkt we even te kunnen bepalen hoe mijn vork werkelijk steelt. 

Het komt natuurlijk gewoon omdat ze in Amerika allemaal nog veel dikker zijn dan ik, daarom heb ik zogenaamd ondergewicht. Belachelijk gewoon. Ik moest ook nog een balanceeroefening doen en daarbij mijn lengte en leeftijd intikken en omdat ik als een willig schaap al bijna mijn halve leven lang uit de hand van mijn vrouw eet deed ik ook dat. Na een flink aantal idiote Engelstalige onzin braakte het dufffe apparaat zijn conclusie over mijn conditie uit. Het zou me wat wezen. Ideal, gaf het ding aan.

Say what?

Ideal!!!

En zie, ik verkondigde dit verheugende nieuws met grote blijdschap direct aan mijn huisgenoten.
"Jullie hebben een ideale vader!" "Jij hebt een ideale man!"
En voor u, oplettende lezertjes: "Dit is het weblog van een ideaal mens."

Ik wist het natuurlijk eigenlijk allang:

 de Wii is vet! 

zondag 6 februari 2011

Een neurotisch geloof


Martin de Munnik, van beroep neuro-marketeer, beweert in Trouw van zaterdag 5 februari het volgende:

"Veel goede doelen doen een appel op menslievende motieven. Maar altruïsme blijkt een fictie, die niet te lokaliseren is in het brein. Wederkerigheid is dat wél: ik doe iets voor jou als jij iets voor mij doet. Daarom stellen wij in onze televisiespotjes niet de vraag: wil jij je orgaan doneren aan een ander, als die op sterven ligt? Maar: zou je een orgaan van een ander willen, als dat je leven zou redden? Je moet uitgaan van eigenbelang."

En even verderop:

"Ons gedrag wordt veroorzaakt door instincten en emoties, meer niet." 

Onwillekeurig schiet me een Bijbeltekst te binnen:

"En doordat de wetteloosheid zal toenemen, zal de liefde van velen verkillen."

En nog een:

"Het is zaliger te geven dan te ontvangen."

Gelukkig lees ik verderop in Trouw het bevrijdende antwoord op de kille redeneringen van De Munnik als de Bijbelciterende emiritus hoogleraar psychiatrie Herman van Praag betoogt:"

"Wij zijn meer dan ons brein."

Van Praag houdt rekening met God. Hij is in de goede zin van het woord 'Godvrezend'. Dat blijkt aan het einde van zijn betoog wanneer hij zegt:

"God creëert Adam 'uit stof', uit stoffelijke elementen. De geest ontstaat anders, niet uit stof. God blies de 'levensadem' in Adams neusgaten. Voor de vorming van de geest was iets anders nodig dan materie, in bijbelse termen: Gods adem."

God is geest. En naar zijn beeld zijn wij geschapen. Naar geest, ziel en lichaam. En niet bij brein alleen.
Goddank niet. Want de liefde zal nimmer vergaan. En waar woont liefde? Niet in breinen, maar in de harten van de mensen van het welbehagen. Als het stof is vergaan en de zonden zijn weggevaagd in het vuur van Gods toorn en het verlossende bloed van het Lam, blijft slechts de liefde over. Door Gods liefde zullen wij overkleed worden en een nieuw lichaam ontvangen. En wie weet ook een eeuwig brein. Maar dát brein zal het woord 'eigenbelang' niet meer kennen. Evenmin als het woord 'neuro-marketeer' trouwens.
Wie zal Martin de Munnik vertellen dat Jezus uit pure liefde al zijn organen heeft gedoneerd aan een stervende mensheid?

dinsdag 1 februari 2011

The Wii?

Als 15-jarige puisterige pukkelpuber was ik indertijd groot fan van The Who.

De Wie?

Ja nee, niet de Wii, The Who!

Bijna veertig jaren later regeert De Wie opnieuw in mijn leven. Alleen komt ie nu (helaas) niet uit London maar uit Japan. Sinds mijn vrouw (wegens gezondsheidsklachten) zo'n apparaat heeft gekregen zijn alledrie mijn huisgenoten bijna niet meer weg te slaan voor de buis. Gewone televisie is sowieso al iets van de vorige eeuw geworden, dus is de beeldbuis momenteel bijna alleen nog  goed genoeg als drager van dit "interactieve" spel. Of moet dat "game" zijn?

Ik vind het niks. Als jongere oudere was ik bij voorbaat al wat sceptisch over deze zoveelste nieuwlichterij, (= opnieuwlichterij) maar sinds ik me in een zwak moment heb ingelaten met het spelonderdeel golf ben ik subiet afgehaakt. Want als ik daarbij mijn stick, of 'nunk-sjuk' zoals het hier geloof ik moet heten, slechts een heel klein beetje beweeg, gebeurt er niets op het veld. Pas als ik dat stomme ding een stuk minder subtiel laat bewegen komt er resultaat op het scherm. Maar ja, dan is het balletje natuurlijk weer veel verder geslagen dan ik zelf in gedachten had. Ach, zo'n apparaat kan natuurlijk niet tippen aan het hoogstaande gedachtenleven van een tere heer die met subtiele kwink- en andere slagen door het leven gaat.

Gelukkig dat mijn goede vader dit niet meer mee hoeft te maken.
Die vond in 1966 The Who namelijk al een verschrikking,
al was het alleen al vanwege onderstaande foto.


En nu ga ik dus pardoes op mijn goede vader lijken.
Al ben ik nog steeds een beetje verliefd op The Who.
Wii Wie had dat ooit kunnen denken!