vrijdag 30 december 2011

Oudjaar

Ik haat mijn eigen naamdag.
Die wordt elk jaar opnieuw volkomen verknald...


woensdag 21 december 2011

Kerstpakket nummer 1


Het lint wordt weggetrokken en het plakband voorzichtig verwijderd. Het allereerste kerstpakket verdient het met zorg te worden geopend. Wat zal er in zitten? Luxe? Overdaad zelfs? Of op z’n minst toch een flinke extra voor de winter? Vol verwachting klopt het hart.

Nee wacht, het is iets anders. Daar komt het eerste presentje: een niet van jou zwangere verloofde met daarbij een visioen met de melding dat je haar desondanks moet trouwen. En daarmee krijg je ook de argwaan, de hoon en de spot van je vrienden, buren en familieleden. Meteen daarna: een gratis retrotrip naar je eigen geboortestadje. Op een heus rijdier en zonder al te veel bagage. Inclusief een hoogzwangere vrouw, maar exclusief een dekkende gezinspolis bij een zorgverzekeraar.

Een ander cadeau: een gratis overnachting onder een afdakje in een sfeervolle ambiance. Warmte, water en licht geheel in eigen beheer. Sanitair: basic. Wegens de landelijke omgeving echter hooi en stro in overvloed.

Dan het mooiste geschenk: zonder bemoeizuchtige vroedvrouw je eerste kind ter wereld mogen helpen brengen. Zelfs van je schoonmoeder geen last. Romantischer kan zoiets niet worden.

Het volgende cadeau: visite. Niet van de felicitatiedienst, een behulpzame buurvrouw of je rijke ouders, maar van een kudde stinkende herders die zonder kraamcadeautje maar wel met een erg sterk verhaal binnen komen vallen. Wat je ermee moet is onduidelijk, al past het ergens wel in eerder verkregen openbaringen die je bij alle consternatie al weer bijna was vergeten. Je had je het een en ander namelijk nogal anders voorgesteld.

Amper bijgekomen van de bevalling en alles daaromheen komt er een verrassingtripje naar Egypte uit de lucht vallen. Geheel onvoorbereid ga je op reis. Aan spanning geen gebrek, want je hebt als knus jong gezinnetje een heuse vijand op je hielen. Maar blijf positief, je hebt de onverdeelde aandacht van de belangrijkste man van Israël: de koning is naar je op zoek!

En nog iets unieks: binnenkort zou je het enige ouderpaar zijn geweest in heel Bethlehem met een manlijke zuigeling in je armen. Verder zou het zomaar kunnen dat je, als laatste kerstpresentje, nog een postnatale depressie mag incasseren, maar daarover waren vooralsnog geen berichten binnengekomen. We kunnen het ons echter, onder deze omstandigheden, wel voorstellen…

Hoe vreemd is het eigenlijk nog dat er een Mariaverering op gang is gekomen? Haar geloof was groot en haar overgave volledig. In haar is zodoende niet alleen Gods Zoon groot geworden, maar ook God zelf. Daarom spreken wij, beter dan haar te vereren, ook haar zalig.

woensdag 14 december 2011

De kerstwijn van Albert Heijn is duivels fijn

Ik blader de BONUSfolder van Albert Heijn door en opeens valt mijn oog op de dubbele pagina met wijnen. Met grote letters staat erboven geschreven:

Optimaal genieten van uw favoriete kerstwijnen.

Nu vier ik graag kerst en vind ik het alles behalve verkeerd om op een hoge christelijke feestdag een lekkere maaltijd te genieten inclusief een glas met goede wijn (dat is overigens wat anders dan: "een goed glas wijn"), dus mijn aandacht was gewekt.
Zeven flessen wijn staan afgebeeld, met als grootste een wijn die qua titel nogal dissoneert met het feest van de geboorte van de Zoon van God. Vertaald uit het Spaans luidt de naam van deze wijn:

Kelder van de Duivel

Bij Neerlands' grootste kruidenier is, met 3 euro korting, de geest uit de fles....


dinsdag 13 december 2011

Twijfels

Er wordt aan mij getwijfeld!

Hoewel ik als heer van stand zo integer ben als een standig heer maar kan zijn, zijn er blijkbaar nog steeds klanten van de nummerinformatiedienst te vinden die openlijk twijfelen aan mijn persoon, ja zelfs aan mijn naam.

Laat ik duidelijker zijn. Ik werd de afgelopen week op een kwade dag binnen het tijdsbestek van een half door twee heel verschillende klanten gebeld die openlijk hun evenzo diverse twijfels over mij uitspraken. Men moet maar durven. De eerste van de twee snoodaards was een ondeugend jochie van ongeveer tien jaar wiens openingszin was:

"Bent u wel betrouwbaar?"

Deze onbetamelijkheid volkomen negerend vroeg ik nogmaals welk nummer ik kon opzoeken, want ik ben niet voor één gat te vangen. Hij helaas ook niet. Volhardend in het kwaad herhaalde het snotjoch zijn vraag, maar nu wat luider en met een gemaakt opgezwollen stem. Ik besloot het telefoongesprek om deze reden te beëindigen. Een heer laat niet met zich sollen en hier werd duidelijk het uiterste gevraagd van zijn geduld.

Toch hield de vraag mij nog wel even bezig. Was ik wel betrouwbaar? En wat bedoelde hij daar eigenlijk mee? Of ik wel de goede nummers door zou geven, of was deze vraag een existentiëlere? Bedoelde hij eigenlijk: Kon men op mij bouwen? Was ik een man uit één stuk? Een jongen van stavast? Eentje van Jan de Wit? Ik wist het even niet meer.

Dat werd er niet beter op toen ik een aantal calls later werd gebeld door een dame met een heel prettige en warme stem. Omdat ik mij als ezel liever niet opnieuw aan dezelfde steen stoot, besloot ik extra op mijn hoede te zijn. Maar het venijn zat nu ergens anders dan ik verwachtte. Mevrouw complimenteerde mij met mijn mooie naam, maar vroeg vervolgens geheel onverwachts het volgende:

"Heeft u deze naam aangenomen voor de feestdagen, of heet u echt zo?"

Hoewel ik haar direct gerust kon stellen door eerlijk te vertellen dat ik al vanaf het prille begin van mijn veelbewogen leven zo heette, zette deze vraag mij verder aan het denken.

Of ik wel heette zoals ik dacht te heten. En of ik wel betrouwbaar was.

Mijn zelfbeeld wankelde inmiddels licht. Ik bedacht me om, zodra ik thuis zou komen, mij vast te klampen aan mijn steun en toeverlaat en haar op de vrouw af te vragen: "Weet je nog wel hoe ik heet en zo ja, vind je mij eigenlijk nog wel betrouwbaar?"
Maar ik bedacht me daarbij ook dat het voor haar dan juist heel lastig zou worden om, gezien die eerste vraag, de tweede geheel naar waarheid te beantwoorden en zag er daarom maar vanaf.

Toen ik thuiskwam vond ik mijn aanbiddelijke wezen in de keuken vanwaaruit zij mij poeslief vroeg om even de tafel te willen dekken. En ziedaar: ik was gered. De vrouw die, zonder dat ze eerst op mijn naambordje hoefde te kijken, mij onmiddellijk herkende als haar heer en meester, en mij dientengevolgde betrouwbaar genoeg vond om de eettafel te bekleden, was het antwoord op elke existentiële vraag. En zo was zij, al mag het verder geen naam hebben, mijn betrouwbare rots in de branding.

Vóór, tijdens en ná de feestdagen.









donderdag 8 december 2011

Rent a Priest

Vanochtend in Trouw een fantastisch bericht gelezen. Onder de titel 'Met een pastoor, zonder de kerk' staat daar het succesverhaal beschreven over het verschijnsel Rent a Priest.
In 2006 startte dominee Jan Schonewille dit bedrijf dat in een behoefte voorziet: er zijn inmiddels 15 voorgangers actief voor de organisatie. "Mensen gaan minder naar de kerk, maar dat betekent niet dat ze minder gelovig zijn", aldus Schonewille. En daarom verzorgt hij tegen betaling rouw- en trouwdiensten voor niet-kerkelijken. Dat houdt in dat de inhoud van de betreffende dienst grotendeels naar de wens van de klant kan worden ingevuld. Als voorbeeld diende in het artikel een trouwlustig stel dat liever niet wilde horen dat man en vrouw één zijn als ze trouwen, of dat de vrouw zich achter de man moet scharen. Ook de preek kan worden aangepast aan de wensen van de klant. "Want als er niet-gelovigen in de zaal zitten, moeten die zich ook op hun gemak voelen."

Een aangepaste kerk, geknipt volgens onze eigen, hoogstpersoonlijke smaak, is dat niet wat we diep in ons hart allemaal zouden willen? Hoe vaak denkt u niet bij uzelf: als ze het in de kerk nu maar eens wat meer zouden doen zoals ik het zie, dan zou het heus een stuk beter gaan? En waarom dan ook niet nog een stap verder gegaan, en niet alleen de kerk modelleren naar eigen inzicht en zelf verkozen geloof, maar ook haar hoofd en eigenaar van den beginne bijgewerkt naar onze smaak? In de kerk gaat het veel en vaak om God, zouden we die ook niet kunnen inhuren? Zodat het wat meer om onszelf gaat en om onszelf draait? Als we de voorgangers in zijn Lichaam de kerk al voor de bevrediging van onze spirituele behoeften kunnen laten werken, dan toch zeker ook God zelf? Dat kunstje is wel vaker geflikt in de geschiedenis van de kerk. We kunnen zelfs een god kiezen naar behoefte of hem zodanig boetseren dat hij precies zal zijn en doen wat ons past. En dan huren we deze zelfgecreëerde god in op momenten dat het ons het beste uitkomt. Dus niet als we hem even niet nodig hebben; als het mee zit in het leven, als het geen kommer en kwel is. Je hebt toch ook geen dokter nodig als je niet ziek bent? Was het niet Jezus zelf die ook zoiets zei? Nou dan.

Zelf nou zelf, nadat we sinds lang Rent a Church hadden bedacht (handig, als je in een schattig, romantisch kerkje wilt trouwen waar je anders nooit komt) en nu ook Rent a Priest succesvol is gebleken wordt het de hoogste tijd voor de finale van dit egocentrische druiluik:

Rent a God


 

zaterdag 3 december 2011

Ik haat

In een heel ander (want serieus bedoeld) bericht als die van de afgelopen weken, wil ik eens schrijven over mijn haat. Ik wil schrijven over mijn grondige haat en mijn grote afschuw van wat kapot maakt, van wat verziekt en vernietigt. Dat is, in dit geval, de ziekte van mijn lieve vrouw. Die ziekte heet SLE en ik had er net zo min als u van gehoord voordat hij aan onze deur ramde. Nog voordat we zelfs maar open zouden hebben kunnen doen, stond ie al binnen en eiste op luide toon het leven van Lydia op. De vuile schreeuwlelijk. Vanaf dat moment begon het touwtrekken, want naar buiten kregen we haar niet meer. Wij aan de ene kant, die gore ziekte aan de andere kant van het touw. Soms lukte het SLE om terrein te winnen en trokken wij aan het kortste eind, maar wij wonnen soms ook. Zo wordt ons leven sinds de zomer van 2008 heen en weer geslingerd. Niet door ‘allerlei wind van leer’ maar vooral doordat we de wind van voren kregen. Dankzij die SLE die ik dus haat. Die aandoening maakt van mijn prachtige vrouw een afgemat wezen dat alle zeilen moet bijzetten om in balans te blijven. Letterlijk een handvol pillen slikt ze dagelijks om het leven te behouden. En dat is nog maar één ding. De bijwerkingen van die pillen zal ik u besparen, maar wie oplet ziet dat ze Lydia inmiddels op het lijf zijn geschreven. Of moet ik zeggen gekrast, want ik ben in een hatelijke bui.


Toch kan ik het niet laten om verder na te denken. Ziekte maakt slachtoffers. Maar waar komt die ziekte vandaan? Ziekte komt van zonde, dat geloven we. En zonde komt van de aarde, van haar bewoners. Van u en mij. Van ons. Wij zijn ziek. En sommigen zijn dat daarom letterlijk. Wat ben ik hier eigenlijk aan het haten? Houd ik mijzelf voor de gek?
Ik kan mijn ziel die haat beter besparen. Of nee, ik kan die haat beter richten op de werkelijke oorzaak: de zonde. Helpt dat dan? Welnee. Alleen als ik de zonde haat en haar verafschuw, zodanig dat ik er afstand van neem. Maar ook dat zal geen instant wonder bewerkstelligen. Soms komt het leven ook zoals het komt, en wachten wij stil op God. Zoals ook Psalm 131 zingt: “Ik ben stil geworden, ik heb mijn ziel tot rust gebracht.” Zo wachten wij op de Heer onze God totdat hij ons genadig wil zijn. En hij? Hij wacht ook. Totdat wij onze haat leren richten op wat werkelijk fout zit. Dan zullen wij genezen worden, en wordt goede haat veranderd in betere liefde.