zondag 29 mei 2011

De personen sterven uit!


Purperpol en ik merkten het al vaker en dachten dan dat we gek waren, maar gelukkig weten we ons sinds de Trouw van 21 mei jongstleden geruggensteund door een briefschrijver die hetzelfde opmerkte: het woord 'persoon' dreigt te verdwijnen. Steeds meer horen we om ons heen dat er gesproken wordt over 'één iemand'.

Is dat dan erg?

Ja, natuurlijk is dat erg!

Het is namelijk lelijk én onjuist. Daarnaast vind ik het ook nogal eh... onpersoonlijk klinken. 'Iemand' klinkt toch een stuk minder dan 'persoon', of niet soms? Het is ook hierin de toon die de muziek maakt.

Dat deze contaminatie in het spraakgebruik oprukt is daarbij nog één ding, maar te vrezen valt dat het daarbij niet blijft. Zo las ik gisteren op een van de eerste bladzijden van een nieuw jeugdboek dat ik mag recenseren deze zinnen:

Eén iemand zal ze het ook vertellen. Haar vader.

Let wel: het gaat hier niet om een of ander onbeduidend uitgeverijtje, maar om Callenbach, een imprint van Kok (voorheen te Kampen), die toch wel een naam te verliezen heeft, dacht ik zo. Hoewel die naam voor mij persoonlijk (of moet ik hier typen: iemandlijk?) al aardig verloren is geraakt toen ik vernam dat Kok ook de uitgeverij Ankh-Hermes (wel spiritueel, maar bepaald niet christelijk) had toegevoegd aan haar stal.

Verder gaat het ook niet om de een of andere tuttebel uit meestal een zwaar reformatorisch nest die ook zo nodig een boek moet schrijven (helaas krijg ik daar soms ook de wrange vruchten van binnen) maar om een sympathieke gepensioneerd onderwijzer die zijn hele leven voor de klas heeft gestaan.
Of zou er bij Callenbach soms een corrector werken die dacht: Niet zo ouderwets, het is een jeugdboek en dus gaan we het eens lekker ONpersoonlijk maken? Een soort dispersonificatieproces dus.

Nou ja, ik draaf natuurlijk vreselijk door, maar u moet maar denken: hij is nog een beetje ziek en ijlt nog wat na. Maar iemandlijk denk ik er het mijne van en durf ik zonder aanzien des iemands te stellen: een auteur die ook maar een beetje iemandlijkheid heeft, weet hoe hij in zijn romans een goede iemandsbeschrijving neerzet. Nou, ik ben benieuwd hoeveel iemanden het met mij eens zijn.

Overigens: weet u in dit verband nu ook al wat binnenkort ongetwijfeld een IGB zal gaan heten?

vrijdag 27 mei 2011

Och toch...

Wilde ik afgelopen dinsdag precies op de zeventigste verjaardag van His Grumpiness Bob Dylan een berichtje over hem plaatsen, viel blogger.com uit!

Daar kan ik niet tegen.

Wilden Purperpol en ik vandaag gezellig met ons tweeën naar de bruiloft van mijn oude vlam in mijn nog oudere geboortestad Rotterdam, word ik me hier toch een partij ziek, zwak en misselijk!

Hoe vreselijk is dit alles.

Daarom is het toch niet zo heel gek dat ik nu met een warme en vochtige theedoek om mijn keel, twee zakken drop binnen handbereik en een thermometer in aanslag inclusief een houten kop en verder ook volkomen voor pampus op de bank lig te luisteren naar mijn favoriete bard? (he fakes, just like a woman...)

Met mijn teer gestel is het dan nog nét uit te houden, als Joost het vuur tenminste nog eens opstookt en niet vergeet mijn anijsmelk op tijd te brengen. Ach, was juffrouw Doddel hier nu maar...

Uw Heer van Stand laat u vanaf zijn ziekbank groeten. Hij ontvangt geen bezoek aan huis. Uw fruitmanden mogen discreet bij de voordeur worden geplaatst, zodat Joost weet wat hem te doen staat. Ook ben ik wel in voor Een enkel opbeurend woord. Hier ligt een mooie taak voor u allen...

woensdag 25 mei 2011

Vergeet-mij-nietjes



Nog nooit had ik in mijn bloggende leven zoveel kijkers gehad als toen mijn eigen Purperpol u gisteren even bij de hand nam en naar mijn blog leidde. Ik heb daar een nogal dubbel gevoel over. Blijkbaar ben ik niet in staat om op eigen kracht grote getalen kijkers te halen. Ondanks dat ik niet echt een macho ben en een superego bezit (nou ja, dat hoop ik dan maar) voelt zoiets toch wel raar. Een beetje alsof juffrouw Doddel ('zeg toch Doddeltje, mallerd') heer Bommel te hulp moet schieten, in plaats van andersom. In die onvolprezen verhalen van Marten Toonder kan Olivier B. Bommel altijd quasi-bescheiden en minzaam uit de hoek komen: 'Ach, het is niets, juffrouw. Een heer weet wanneer hij nodig is om een hoogstaande dame te helpen.'
Maar nee, hier waren de eeuwenlang vastgestelde rollen volkomen omgedraaid en had mijn Purperpol de broek aan die ik normaliter hoor te dragen. Of ben ik nu hopeloos ouderwets en gedraag ik me nu als Jaap Kooiman ('Waar de man woon, draagt HIJ de kroon!') uit de tv-serie Toen Was Geluk Heel Gewoon? Het zal best, maar toch. In de karrenvrachten bloemen die ik tot nog toe in ons huwelijkse leven mijn eigen Blomme heb mogen aandragen, spreken toch wel evenzovele heerlijk ouderwetse en o zo romantische uitingen van genegenheid die mijn vrouw niet in de koude kleren is gaan zitten of haar van een dito kermis hebben laten thuiskomen.

Welke vrouw valt er nu niet voor een eeuwige en onverbeterlijke charmeur die met zijn trouwe hondenogen telkens opnieuw een gebaar van Goede Wil -en nog wel meer dan dat- weet te maken? Bestaat er een vrouwelijk wezen dat niet wegsmelt voor een mannenmens die als geen ander weet wat haar bezielt en daar hoogst zorgvuldig en uiterst fijnzinnig uiting aan weet te geven? Bent u niet allen op zoek en hunkerend naar de Grote Liefde in en van uw leven? Is aandacht niet het medicijn tegen neerslachtigheid, negativiteit en wanhoop? Vandaar en daarom geef ik alle vrouwlijke lezers van dit blog vandaag een digitaal bosje Vergeet-mij-nietjes. Dat is om meer dan één reden dit keer een passend bloempje. Zet u het bosje maar naast uw pc, nadat u het heeft uitgeprint.

En Purperpol dan? Ja, dat is natuurlijk een ander verhaal. Zij zal mij nóóit vergeten, is zelf in wezen al een Roos op zich en krijgt daarom van mij een heel mooi Ma de Liefje...

zaterdag 21 mei 2011

Chrysanten



"Wat je ook voor bloemen koopt, géén chrysanten!!!"

Mijn Purperpol is zelden zo duidelijk dan wanneer het gaat om bloemen. Ze vindt het altijd lief van me als ik met een bossie thuis kom, en daarom doe ik dat regelmatig, want zo'n echtgenoteverslinder ben ik nu eenmaal. Maar er zijn wel grenzen aan haar waardering. Wat heet: eigenlijk is ze best kritisch, als het gaat om bloemen. Minstens 88% van de wereldwijde flora valt in wezen af daar waar het haar eigenzichtelijke smaak betreft. Dat kan een man natuurlijk niet allemaal onthouden. Alleen de hoofdpunten blijven dan hangen:

1. Ze houdt van kleine bloempjes en van kleur.
2. En niet, ik herhaal, niet van witte bloemen.
3. En dus ook geen chrysanten nee, die zijn niet minder dan dodelijk voor haar anders zo opbloeiende liefde voor mij.

So far so good.

Daar stond ik vanmorgen dus bij de bloemenafdeling van Albert Heijn. De niet aanwezige witte bloemen kon ik zonder moeite links laten staan en gelukkig waren de zo fatale chrysanten naar andere bloemisten gegaan. Dacht ik.
Dat werd een makkie dus. Mijn oog viel allereerst op de pionrozen, maar die waren dan vast weer te groot, zo vreesde ik. Ook ontwaarde ik bosjes gevarieerde rozen in de kleuren, rood, geel en oranje, maar die had ik wel eens vaker (eh... een keer of tien eigenlijk) meegenomen, daarom liet ik ook die maar in hun emmer gaarkoken.
Even verder zag ik tamelijk schattige kleine kleurige bloempjes staan met de mij onbekende naam santini's. Die leken me wel wat. Niet (te veel) wit en klein en ook niet zo achterlijk duur. Die moesten het dan maar worden.
Thuisgekomen ontving ik, bij haar aanschouwen van mijn boeket, een liefdevolle blik van mijn Purperpol en mijn dag kon niet meer stuk. Dacht ik. In haar grote liefde meldde zij pas na een vol uur dat ik eigenlijk een soort eh... ja, zeg maar gewoon min of meer zoiets als chrysanten had meegenomen.

Even brak de paniek uit en bereidde ik mij voor op een langdurige quarantaine, maar één blik in haar ogen verraadde onmiddellijk dat zij groothartig dwars door mijn chrysanten heen keek en mijn blunder wist te vertalen in een daad van louter goedheid. Haar mildheid zij alle mensen bekend.
Al moest ik nog wel even horen dat deze bloempjes heel lang goedblijven en of ik wist waardoor dat dan kwam. Ik wilde het niet weten. Want ik wist het al. Maar ondanks al dat tuinbouwgif dat blijkbaar nodig is om deze lafhartig verdekt opgestelde chrysanten uit de grond te schoppen, bleef onze verhouding volkomen biologisch. Of: Puur en Eerlijk, om met Albert Heijn te spreken.

Kijk mensen, dat is nou mijn muurbloempje ten voeten uit: niet voor een chrysantje vervaard!

dinsdag 17 mei 2011

Vast niet Bijbelvast



Soms kan ik me behoorlijk opwinden over conservatieve gelovigen die maar blijven beweren dat de aarde in zeven dagen zou zijn geschapen. Deze zogenaamde Bijbelgetrouwe christenen, die dit heilige boek van kaft tot kaft voor waar zeggen te nemen, beweren met blauwe ogen dat dit daadwerkelijk zo is gebeurd. Hun geloof hierin is zodanig vastgeschroefd, dat werkelijk niemand ze op andere gedachten zou kunnen brengen. Geen wetenschap, geen nieuwe inzichten of ontdekkingen en al helemaal geen moderne theologie.

Het gebeurde volgens hen allemaal gewoon in die zeven dagen, en daarmee punt uit. Me dunkt: een gevalletje van vastgekit fundamentalisme waar de honden geen brood van lusten. Alsof het zo gedrukt staat!

Oké, ik geef toe dat het scheppingsverhaal inderdaad gedrukt staat in de Bijbel, maar dan toch net even iets anders dan die dogmatische Bijbelbeduimelaars beweren. In dat scheppingsverhaal wordt namelijk al gauw duidelijk dat de aarde niet in zeven dagen is geschapen, maar slechts in zes...

zaterdag 14 mei 2011

Over een stuurse mees

Ik liep vanmorgen even naar het keukenraam en keek naar buiten. Voor ons huis, vlakbij het raam, stond de krantenfiets van Luuk. Opeens zag ik een koolmeesje komen aanvliegen. Het beestje ging brutaalweg op het stuur van de fiets zitten en keek eens wat om zich heen. Wat het ook zag, mij in ieder geval niet. Ik vond het wel grappig en liep als vanzelf langzaam terug om het beestje niet aan het schrikken te maken. Want zo'n dierenvriend ben ik nu, zolang ik geen trek in iets hartigs heb. Maar ondertussen dacht ik wel: Koolmeesje? Niks koolmeesje! Blinde vink!

Kort daarna zette ik mijn tanden in een strikt vegetarische muffin en bedacht wat we vanavond zouden gaan eten. Bloemkooltjes met blinde mees, gonsde het al in mijn verwarde brein. Maar die gedachte vinkte ik direct af.

dinsdag 10 mei 2011

Voor (oor) deel



10 mei 2011 - 9.35 uur


-Goedemorgen, u spreekt met Benno Bijbaantjer, kpn telecom. Spreek ik met de Heer van Stand?

-Ja, daar spreekt u mee.

-Mag ik u wat vragen?

-Nou, ik vrees dat ik al weet wat er komen gaat, maar doet u maar eens een poging.

-Klopt het dat u momenteel instapservice van kpn hebt?

-Eh... ja, dat dacht ik wel.

-En bevalt dat?

-Redelijk.

-Ik lees dat u momenteel een apart abonnement voor telefoon en internet bij kpn hebt en tv via UPC ontvangt. U betaalt daarvoor een bedrag van Heel Veel euro per maand. Ik kan u een all-in pakket aanbieden voor maar Een Stuk Minder euro.

-Nou, ik heb gelezen dat digitale televisie erg langzaam werkt als je van het ene kanaal naar het andere wilt zappen.

-Ja, meneer, maar we hebben meer dan een miljoen klanten en die zijn allemaal tevreden.

-Mm, ik wil eigenlijk gewoon analoge televisie houden.

-Maar meneer, u kunt bij ons Een Fors Bedrag besparen door over te stappen op een all-in pakket.

-Ik wil eigenlijk dit gesprek gaan beëindingen.

-Mag ik u vragen waarom?

-Ik heb blijkbaar erg weinig vertrouwen in de kpn. Ik weet zo weinig af van techniek en elektronica en daarnaast worden al die mogelijkheden en aanbiedingen tot een wirwar in mijn brein, zodat ik van voren niet meer weet hoe ik van achteren ben geabonneerd, laat staan hoeveel voordeel ik daarmee oploop.
Misschien wordt het tijd dat grote bedrijven zoals de kpn eerlijk en open worden over de nadelen van hun aanbiedingen. Als ik alleen maar de voordelen hoor en zelf op zoek moet gaan naar de kleine lettertjes en consumentenfora waarop de onthutsende praktijk van al dat voordeel wordt geëtaleerd, ben ik voorlopig nog niet jarig (wat trouwens ook klopt).

-Ach meneer, u heeft eigenlijk volkomen gelijk. In feite ben ik ook maar een pion in het spel van de bovenbazen en hun grootkapitaal. Maar ja, je moet toch wat. Met een bloedend hart en tegen beter weten in geef ik de mensen die ik bel adviezen die ik mij in de mond heb laten leggen. Eigenlijk moet ik hiermee stoppen, maar ook ik ben in de ban geraakt van het grote graaien, wat in mijn geval overigens niet veel verder komt dan het kleine graaien. Als ik een echte vent was, zou ik allang zijn gestopt met dit liegen en bedriegen, maar het geld laat me niet los en houdt me in de ban.

-Laat los en u zal losgelaten worden. Dat zijn woorden uit de Bijbel die ik jou toebid. Vervolg je weg dan in vrede en zondig niet langer.

-Ik dank u wel meneer voor uw bevrijdende woorden. Ik leg de leugen af en stop daarom met dit werk. Ik besluit om vanaf nu waarachtig te gaan leven.

-Amen.

[ Helaas is alleen het eerste deel van dit telefoongesprek gebaseerd op de werkelijkheid. Het tweede deel echter is gebaseerd op de waarheid en heeft daarom een meerwaarde / meer waarde.]

maandag 2 mei 2011

Geitenwollensokken



Erg benieuwd ben ik inmiddels geworden naar wie de term geitenwollensokken heeft bedacht. Een geniale uitdrukking, die je kunt gebruiken om anderen te kleineren en je eigen echt progressieve levensstijl verder te profileren. Geitenwollensokkentypes zijn mensen niet zoals jij. Geitenwollensokken dat zijn ouwe hippies met verschoten T-shirts en verouderde idealen. Mensen die niet helemaal meer van deze tijd zijn. Muesli-eters en rechtsdraaiende yoghurtslurpers. Macrobioten en sterrenwichelaars. Natuurbeschermers en autohaters. Nonconformisten en wereldverbeteraars. Baarddragers en sandaallopers. Zelfgemaakte jammutsen en groenethee-tantes. Onbespoten groentenkauwers en rauwewortelkonijnen. Yogabeoefenaars en macramébreiers. Zitkuilsocialisten en wouldbe-revolutionairen. Kruidentelers en wietrokers. Kortom: een groep waar je nog niet dood wilt bij worden aangetroffen. Daarom uiten we ons in alle toonaarden dat wat we nu hebben ontdekt en waarmee we nu bezig zijn natuurlijk NIET een geitenwollensokkenbezigheid of -activiteit is. Welnee. Wij zijn modern, van deze tijd, dynamisch zonder biologisch ervoor, flitsend, kek, vet, werelds, gaaf, wreed en ga zo maar even door maar dus NIET geitenwollensok. Stel je voor.

Zo komen we natuurvoedingswinkels tegen, die dus NIET langer een geitenwollensokkenimago hebben. En introduceren we duurzame mode waaraan het label geitenwollensok dus NIET langer kleeft. We verkopen eerlijke producten die het geitenwollensokkenimago al reeds lang van zich hebben afgeschud en het nemen van maatschappelijke verantwoordelijkheid is NIET langer meer voorbehouden aan geitenwollensokkenhippies. En ga zo maar door. Wat het ook is dat we doen, het is NIET geitenwollensok. Zelfs de wereldwinkel, toch van oudsher het walhalla van de oer-geitenwollensokkensukkel, weet het suffige imago al decennia lang van zich af te stoffen, door "een zakelijke opstelling gekoppeld aan een strakke winkeluitstraling." Ik bedoel maar.

Je krijgt vanzelf het idee dat een geitenwollensok blijkbaar grotere zonden begaat dan kinderverkrachters, zelfmoordterroristen en bonusbankbazen.
Maar wat is er eigenlijk mis met een vredelievend figuur die een beetje is blijven steken in de seventies en onschuldig bezig is met het verbouwen van biologies voedsel in zijn achtertuin en het tegen de klok in draaien van zijn vegetarische yoghurt? Weinig toch?

Overigens blijkt na een rondje internet dat wollen sokken zelden tot nooit van geitenwol worden gebreid. Het is gewoon schapenwol wat de klok slaat. Ook dat nog.

Maar kom, laat ik nog maar eens een heel oude elpee van Elly & Rikkert opzetten en mijzelf verwennen met een mok biologiese thee in combinatie met een staafje wierook. Dat zal me helpen om mijn kwade vibes te verdrijven. Weet je wel, weet je niet?