maandag 30 januari 2012

In de war




- Goedemorgen, met de Heer van Stand, van wie zoekt u het nummer?

- (een damesstem van onbestemde leeftijd) Van de kapper.

- U zoekt de kapper. En welke naam heeft deze kapper?

- Nou, al sla je me dood.

- In welke woonplaats mag ik de kapper gaan zoeken, mevrouw?

- Ik zou het echt niet weten.

- Dan kan ik u helaas niet helpen.

- O, dat is jammer.

- Nog een fijne dag mevrouw.

- Daág.

Niet alleen het kapsel van deze vrouw zat in de war...

donderdag 26 januari 2012

ZZ

Alsof uw klantcontactmedewerker het nog niet moeilijk genoeg heeft met het snel en vriendelijk verstrekken van de juiste telefoonnummers, hebben bepaalde middenstanders met ooit niet meer dan een zesje voor taal zich geworpen op het quasi-hippe gebruik van de letter z. Terwijl de letter r een steeds verder afnemende populariteit geniet, maakt de z een ware opmars, of moet dat meteen maar opmarz worden?

Voorbeeldje?

Handz-on uit Heemstede, Fanz Productions uit Amsterdam, Trenz uit Gorinchem, Toolz uit Groningen, Menzzoo Adviesbureau uit Etten-Leur en Zara uit elke beetje grote stad.

Maar het kan natuurlijk altijd nog z-ter,

met Frizz Kapperzz uit Dordrecht en Kidzz Eyezz uit opnieuw Amsterdam (want altijd nogal een aanstellerig stadje geweest, vindt uw geboren Rommeldammer).

De combinatie kids en commercie blijkt een goede, getuige de vele koppelnamen van bedrijven die iets met kinderen doen voor geld. Een selexzzie:

Caleido Kidzz, Drogisterij Kidzzz, Fun & Food 4kidzz, Gastouderbureau Alles Kidzz, Kidz R Kidzz.

Ik krijg van al dat ge-zz wel een beetje de p in. Maarja, voordat je het weet ben je dan een zzp-er, en dat was nu ook niet weer de bedoeling.

En zal ik u eens wat vertellen? Op mijn tiende kreeg ik min of meer per ongeluk mijn allereerste singletje via mijn grote broer in de schoot geworpen. Ik heb 'm nog steeds. Schrik niet, het is deze:


Er is slechts één conclusie mogelijk: ik waZZ mijn tijd vér vooruit.




maandag 23 januari 2012

Blind geleiden

- Goedemorgen, met de Heer van Stand. Van wie zoekt u het nummer?

- (vriendelijke damesstem) Wat een leuke naam heeft u!

- Dánk u.

- (lacht) Ik zal het even kort uitleggen. Ik krijg binnenkort een nieuwe blindengeleidehond en nu zoek ik nog een naam voor het dier. Het is de vijfde namelijk al en nu denk ik bij elke naam die ik hoor: zou dat wat zijn?

- Woef! Woef! Woef! Waf! Waf!

(dat zou ik eigenlijk hebben willen zeggen blaffen, maar omwille van het beleid van mijn werkgever praatte ik eventjes huichelachtig met haar mee ("tja, dat kan ik me voorstellen") en vroeg ik daarna weer obligaat:

- Kan ik trouwens een nummer voor u zoeken, mevrouw?

En zo kabbelde het gesprek tot een productief einde, en gaf ik haar naast een mogelijke naam voor haar nieuwe hond ook gewoon een telefoonnummer c.q. doorverbinding. Maar ik bleef toch nog even haken bij de gedachte dat er binnenkort ergens in dit land een blindengeleidehond mijn naam zou kunnen gaan dragen en ik, hoogstwaarschijnlijk zonder dat ooit te zullen zien, deze dame er blind heb heengeleid. En zo werd ik heel eventjes een blinde blindengeleidenhondnaamgever.

Maar één ding bleef ik me sindsdien afvragen. Heeft deze dame mij nu honds behandeld of niet? Typisch een vraag om mijn tanden eens stevig in zetten.


zaterdag 21 januari 2012

Koningin



- Goedemiddag, met de Heer van Stand, van wie zoekt u het nummer?

- (ondeugende kinderstem) Van de koningin...

- (met doortastende stem) Je zoekt het nummer van de koningin, ik ga voor je kijken.

- (verbaasde kinderstem) Maar dat kán toch helemaal niet?

- (met zo mogelijk nóg doortastender stem) Ik heb het nummer voor je gevonden. De computer helpt je nu verder. Fijne dag nog!

Soms word je als kind slechts door schade (80 cpm) en schande (geen koningin, wel de receptie van Huis ten Bosch en wat ga je dan zeggen?) wijs. Nou ja, wijs....

dinsdag 17 januari 2012

Ondankbaar


- Goedemiddag met de Heer van Stand, van wie...

- Ja, familie Satalan op de Gageldijk. In Utrecht of Hilversum. Zoek het maar uit.

- U zoekt de familie Satalan op de Gageldijk en dat kan in Utrecht of Hilversum zijn. Hoe spel ik de naam mevrouw.

- Weet ik veel? Ik ben analfabeet. Daar zijn júllie toch voor?

- Ik ga eerst eens kijken in Utrecht mevrouw. Helaas krijg ik geen vermelding.

- (vloekt) ...allemachtig!

- Ook in Hilversum krijg ik met Gageldijk en deze naam geen vermelding.

- (vloekt) ...mina! Kennen jullie dan ook hemaal niks? Ik betaal 80 cent per minuut en jullie kennen ut nie eens vinde. Satalan op de Gageldijk! Is dat nou zo moeluk?

- Ik haal nog even wat letters weg van de naam zodat ik misschien wel een vermelding krijg. Helaas mevrouw, nog steeds geen vermelding. Is Satalan met een s?

- Sáátáálàànn! Gáágeldijk! Hallóó...!

- Ik krijg geen vermelding met deze gegevens, mevrouw. Kan ik nog iets anders voor u zoeken?

- (vloekt), dáár heb je ook wat aan!

De verbinding wordt verbroken. En niet alleen die.



maandag 16 januari 2012

Dankbaar

- Goedemiddag, met de Heer van Stand. Van wie zoekt u het nummer?

- (met zwaar Limburgs accent) O meneer, ik hoop zo dat u mij kunt helpen.

- Ik ga mijn best voor u doen, mevrouw.

- Nou ziet u meneer, ik zoek een nummer van een winkel waar ze allemaal electrische dingen verkopen en zo, hè? U weet wel, wasmachines en zo. Een elektrische winkel in Meerssen. Zoudt u dat voor mij kunnen vinden?

- U zoekt het nummer van een witgoedwinkel in Meerssen. Ik ga voor u kijken, mevrouw.

- Ja.....

- Ik krijg nog geen vermelding met deze gegevens, ik ga even voor u verder kijken. Heeft u ook een straatnaam daarbij?

- Nee. Ze zitten gewoon in Meerssen hoor. Ik dacht gewoon in 't centrum, hè? In de Dorpsstraat. Ja.

- De Dorpsstraat in Meerssen. Ik krijg ook daar geen vermelding, mevrouw.

- Ja, hoe kan dat nou. Ze zitten er al heel lang hoor. Hè, wat vervelend, ik kan niet meer op de naam komen, hè? Hoe heten ze ook alweer?

- Ik zoek nu onder Expert. Nee, geen vermelding. Ik kijk met Harense Smid, maar ook geen vermelding. Is het soms een Scheer & Foppenwinkel, mevrouw?

- Nee, ik dacht van niet. O meneer, wat vervelend, ik weet zeker dat ie d'r zit hoor. Maar u doet wel heel erg uw best voor mij.

- Ik probeer nog even iets anders.
  Mevrouw? Ik heb hem gevonden. Is het Offermans op de Beekstraat in Meerssen?


- Ja! Ja! Ja! Ja! Ja! O ja! Dat is hem! O meneer, u bent geweldig, u bent een engel! Dat álle meisjes van héél Nederland  u mogen komen kussen meneer! Dat hebt u wel verdiend hoor. O dat is hem. Ja! Ja! Ja! U hebt hem gevonden.

- Nou mevrouw, de computer gaat u nu snel verder helpen. Nog een fijne dag hoor.

- O ja! Geweldig hoor. Heel erg bedankt! Dag meneer! U bent fantastisch...etc. etc.
'
- Dag mevrouw.

woensdag 11 januari 2012

Lastige klant

- Goedenavond, met de Heer van Stand, van wie zoekt u het nummer?

- Wat?

- Goedenavond, van wie zoekt u het nummer?

- Welk nummer?

- Van wie zoekt u het telefoonnummer?

- Een telefoonnummer??

- Ja, meneer, u spreekt met nummerinformatiedienst, van wie zoekt u het nummer?

- Wát zegt u??

- Van wie kan ik het telefoonnummer zoeken?

- Wat mijn telefoonnummer is??

- Nee meneer, van WIE zoekt U het nummer?

- Wablieft?

- Zoekt u een telefoonnummer meneer?

- Welk nummer, zegt u?

- KAN IK EEN TE-LE-FOON-NUMMER VOOR U ZOEKEN, MENEER?

- Wat voor nummer?

- ZOEKT U EEN TE-LE-FOON-NUM-MER, ME-NEER!?!?!?!

- Wat bedoelt u? Van wie dan?

- ......

[ Hier wierp ik mijn headset af, rammelde om-en-om met beide vuisten ritmisch op mijn borstkas en begon chimpansee-geluiden te maken terwijl mijn ogen vervaarlijk begonnen te rollen. Daarna gleed ik van mijn stoel en ging het beeld op zwart.
Na het toedienen van koud water, vlugzout en diverse paracetamollen werd ik vervolgens liefdevol opgevangen op de afdeling Nazorg, waarvan ik na uurtje al weer naar huis mocht. ]

Vanaf de canapé en vanonder een dekentje kijk ik nu uit op een volle fruitmand en een glas versgeperste sinaasappelsap. In de hoek van de kamer speelt met zacht geluid een rustgevende natuurserie op televisie, waarin er absoluut geen sprake is van beelden van enige communicatie what so ever tussen welk verschrikkelijk dierlijk wezen dan ook...


donderdag 5 januari 2012

Een smerig verhaal



Zin in een smerig verhaal? Lees alleen dan door.

We reisden gisteren per trein door het land op weg naar huis. Helaas kreeg ik juist op dat moment last van mijn darmen, die mij op weinig subtiele wijze lieten weten dat ze geleegd wilden worden. En snel een beetje, graag!

Geen probleem dacht ik, want we reisden niet in een heel nieuwe trein en dan ben je qua stoelgang beter uit: er zat 'gewoon' een wc in. Een heel luxe wc zelfs. Ruim, en met diverse voorzieningen. Zo tevreden mijn ogen waren bij binnenkomst van het kleine kamertje van het betreffende treinstel dat u hierbij kunt zien, zo ontevreden werd mijn neus. Het stonk ontzettend naar urine! En toen ik bij nader inzien de wc-bril nog eens bekeek, besloot ik die maar in het geheel niet aan te raken. Sterker, ik maakte direct rechtsomkeer naar mijn zitplaats.

Helaas, de natuurlijke gang van zaken in 's mensen lichaam laat zich niet sturen en mijn darmen dwongen mij opnieuw richting toilet. Ze moesten en zouden worden geleegd. Dit maal ging ik op zoek gaan naar een ander en hopelijk schoner toilet. Na een korte wandeling bleek mijn vrees bewaarheid. Er was geen tweede toilet. Wegens de vakantie reden er aanzienlijk minder treinen en blijkbaar waren de stellen die nog wel reden aanzienlijk ingekort. Er zat dus niets anders op dan de plek des verderfs opnieuw op te zoeken.

Nu wil het geval dat ik uit voorzorg altijd een bescheiden hoeveelheid wcpapier in een van mijn jaszakken meedraag. Die kwam nu goed van pas...

Om hygiënische redenen zal ik u verdere details besparen. Maar één vraag moet mij nog van het hart. Wat blijft er in feite nog over van de toiletvoorziening in een treinstel als het spoelwater op is én het wcpapier op is én het water voor het handenwassen op is en de föhnvoorziening voor de natte, gewassen handen defect is?

Het antwoord is letterlijk en figuurlijk:

een stinkend en gapend gat.

maandag 2 januari 2012

Bladblazers



Ze waren laat dit seizoen, pas in de vierde week van Advent werden de laatste resten bladeren op een hoop geblazen door de bladblazers - een eufemistische benaming voor gelegaliseerde herrieschoppers.

Want hoeveel geluid maakt het als een mens blaast? Ongeveer niets. En hoeveel decibellen produceren elektrische bladblazers? Zoek het maar eens op op Google, maar het is niet niks. Ik suggereer hier gelijk maar even om de naam daarom te veranderen in bladrazers.

In feite zaten we al met al zo'n 4 a 5 dagdelen in de herrie. Want eerst moet alles worden aangeblazen. Voor de flat, naast de flat, achter de flat, en onder de flat (want onze flat kent ook een soort beneden paadje naar de bergingen). Telkens opnieuw kwamen ze weer langs met die apparaten. Denk je net dat ze weg zijn, komen ze weer terug voor een volgend baantje, want blijkbaar trekken ze baantjes rondom om huis. Zeker voor de afwisseling. Of juist om zeker te weten dat er geen centimetertje wordt overgeslagen.

Op het moment dat ik dit typ zie ik een man dit werk doen pal voor ons huiskamerraam en valt het me op dat hij niet eens oorbeschermers gebruikt. Zou de man soms doof zijn? Zou de man soms doof zijn geworden? Zou de man soms doof zijn geworden voor de ARBO-regels? Ik weet  het niet. Wat ik wel weet is dat ik ho-ren-dol word van dit geluid. Ik heb de neiging om te vluchten, maar vluchten kan niet meer. 'k Zou niet weten hoe. 'k Zou niet weten waar naartoe. Want ik word omringd door mijn vijanden. Zij zijn voor en achter mij en zij omsingelen mij. De buffels van Basan zijn er niets bij. Roofzuchtige, brullende leeuwen sperren hun herriemond naar mij open. En als u nu denkt dat ik gek ben geworden omdat ik de psalm van de vrome jood David onwelgevoeglijk vermeng met het lied van de hedonist Ramses Shaffy klopt dat helemaal. Gillend gek ben ik geworden.

Nu ben ik lichamelijk verder nog wel gezond, maar op de dag dat ik dit bericht schrijf (22 december) is onze oudste zoon met een neus vol snot en een houten hoofd teruggekomen uit school en ligt nu in zijn bed de slaap der rechtvaardigen te proberen te vatten. Dat zal hem nooit lukken met zo'n vijand rondom het huis. En zo vervloek ik samen met zijn eerstgeboren zoon, de helse machinerie van de westerse samenleving, en in het bijzonder Donars achterkleinzoon tot in het duizendste geslacht: de Elektrische Motor.