woensdag 24 juli 2013

Vrome boekjes

Ruim een maand geleden lag ik in het ziekenhuis en las daar dit vrome boekje.


Ik moet eerlijk zeggen dat de inhoud ervan keihard binnenkwam. Blijkbaar moet ik eerst in een tamelijk penibele situatie belanden wil ik de goede boodschap tot mij krijgen doorgedrongen.
Schuin tegenover mij op de zaal lag een man die mij dit boekje zag lezen. Omdat hij constant uit was op contact met zijn medepatiënten, een behoefte overigens die hij illustreerde door de ganse dag flauwe grappen en banale toespelingen te maken, vroeg hij mij natuurlijk al snel welk boekje ik las. Ik liet het hem zien. Hij zag het, mompelde de titel nog even voor zich uit, maar hulde zich toen al snel in stilzwijgen om niet al te lang daarna over te gaan op een onderwerp van zijn eigen keuze.

Gisteren op mijn werk in de pauze gebeurde bijna hetzelfde. In de korte pauze die ik daar telkens heb wil ik toch even wat te lezen hebben en daarom had ik dit keer dit boekje meegenomen.


Mijn sympathieke collega W. die op dat moment toevallig ook even pauze had kwam bij mij zitten en ook hij vroeg welk boekje ik las. Ik liet hem de titel zien en nadat hij die had gelezen ging hij na luttele seconden over op een ander onderwerp.

Is dat erg?

Nee dat is niet erg. Maar het zegt wel iets over de radicaliteit van het christelijke geloof die niet gelovigen blijkbaar weinig aanspreekt. Ben ik dan beter dan deze mensen? Nee, dat ben ik niet. Ik lees die boekjes namelijk niet voor niets. Ik heb ze juist hard nodig.

Bovendien zijn christenen nooit beter dan andere mensen.
Ze zijn beter af.