dinsdag 29 januari 2013

26 april 2014

Vijfenveertig lange jaren heb ik moeten wachten, maar nu is de tijd rijp. Koninginnedag wordt Koningsdag en valt niet langer vier dagen na mijn verjaardag, maar (als ware het toeval) volgend jaar precies daaróp.

Ik weet nog goed dat ik als jochie van een jaar of tien, elf, twaalf al dacht: Yes! Als die baby over een tijdje koning wordt en het feest op zijn verjaarsdatum wordt gezet, zit ik goed. Dan is de dag na mijn verjaardag een vrije dag. Voor iedereen! Dat zou gaan betekenen dat ik mijn verjaardagsfeest altijd op 26 april zou kunnen houden, omdat niemand die avond dan snel weer naar huis zou moeten. Zo hield ik de moed erin en hoopte - inmiddels broederlijk geruggensteund door Bob Dylan en Boudewijn de Groot - op andere, vooral betere tijden. Al die tijd wist ik mij van de prins geen kwaad en school in mij een pragmatisch aanhanger der monarchie.

En nu is het dan zover. Dat wil zeggen: het gaat vanaf 2014 zover worden. Maar dan ben ik inmiddels 57. Een leeftijd waarop een tere heer met een broos gemoed niet telkens opnieuw aan zijn verjaringsdag wil worden herinnerd. Het is kortom niet zozeer de tijd die rijp is, alswel uw dienaar die in 2014 enigszins overrijp is geworden. Die hele troonsopvolging komt domweg veel te laat! Ik had het kunnen weten natuurlijk. Had ik al die jaren maar beter in mijn bijbeltje gelezen...

"Vertrouwt niet op prinsen, op des mensen kind, bij hetwelk geen heil is."

donderdag 17 januari 2013

De hemel van '63

We spreken deze dagen over de hel van '63.Voor de jonkies onder u: dat was de strengste winter sinds jaren, waarin (natuurlijk) ook een Elfstedentocht werd verreden. Bij de start van die tocht vroor het niet minder dan 18 graden, om even een beeld te geven hoe bar het was. Met zulke temperaturen vroren zelfs de rivieren dicht en kon men met de auto zo het ijs oprijden, hoewel er toen aanmerkelijk meer ijs dan auto was in Nederland.

Die Elfstedentocht is volledig langs uw heer van stand heengegaan, zij het voornamelijk omdat hij daar nog iets te jong voor was. Pas aanmerkelijk later kwam hij in de kracht van zijn leven, maar omdat hij altijd heel eenvoudig is gebleven heeft hij zich nooit willen laten inschrijven voor die Tocht der Tochten. Een heer gaat zijn eigen eenzame weg.

Terug naar 1963. Destijds was uw heer dus nog een heertje en genoot hij volop van alle sneeuw en ijs. Wintergesels en ijsgruwelen gingen compleet aan hem voorbij. Het was sleetje rijden en balletjes gooien wat de Rommeldamse klok sloeg. Dat mijn dankbare kinderhand gauw gevuld was getuigen onderstaande foto's stilzwijgend. Daar zien de oplettende lezertjes hoe een heer in de dop zich met louter en alleen een bezem en een grote broer kon vermaken. (Ik zal hier niet de goedkope vergelijking trekken met de jeugd van tegenwoordig, die in hun centraal verwarmde huizen op hun tablet hooguit nog bereid zijn een videoclipje aanklikken met de nagespeelde werkelijkheid van toen, maar die gedachte ligt wel op mijn tong, als u begrijpt wat ik bedoel.)





Enfin. Even later kon de koude worden verdreven door een enkel kopje thee met een eenvoudig doch voedzaam kaakje (voor de jonge vrienden onder u: dat was een onopgeleukt c.q. ongepimpt koekje). Het waren de dagen van één koekje bij de koffie en het waren goede dagen. Zelfs mijn goede vader leefde nog en hij was het in eigen persoon die deze kiekjes met zijn Agfa Klak maakte. Terwijl velen in Friesland door een zelfgekozen hel gingen beleefde ik het hemeltje van '63. Het waren mooie tijden.








woensdag 9 januari 2013

Liefs van mij


Geachte lezer,

Toen uw heer van stand nog jong was en hij zijn eerste sollicitaties verrichtte gebeurde dat nog via het schrijven op briefpapier. Omdat bij hem zich het idee had postgevat dat zijn roeping in het lager onderwijs lag werd hij tevens geacht die brieven met pen te schrijven, zodat de bestuurders der diverse Protestants-Christelijke Onderwijsverenigingen zich ervan kon vergewissen dat het handschrift van deze kandidaat in orde was. Een sollicitatiebrief schrijven was in die tijd nog degelijk handwerk en bepaald niet met een druk op een paar knoppen was afgehandeld.

In die tijd, en we praten hier over een periode niet heel diep in het vorige millenium, was het gewoon elke sollicitatiebrief af te sluiten met een 'Hoogachtend'. Kom daar nu maar eens om. De vriendelijke groeten vliegen je al jarenlang om de oren. We zijn in Nederland op papier althans erg vriendelijk geworden, hoewel de praktijk daar bepaald geen gelijke tred mee heeft weten te houden. Hoogachten is een archaïsche uitdrukking geworden en dat zegt iets over onze samenleving. Respect opbrengen is het nieuwe hoogachten, en moet voor een goed deel eerst worden verdiend. Enige vriendelijkheid kunnen we op papier nog wel opbrengen, maar veel gekker moet het vooralsnog niet worden.

Toch hebben die vriendelijke groeten inmiddels ook weer hun beste tijd gehad en evolueren waar je bij staat naar een volgende - ongetwijfeld tijdelijke - halte. Sinds een jaartje of tien besluiten wij onze brieven en e-mails steeds vaker met een hartelijke groet. Nu heb ik daar geen enkel probleem mee waar het gaat om een goede vriend, een familielid of een fijne broeder of zuster. Maar ik heb meer dan eens een e-mailwisseling gehad met een voor mij volslagen onbekende die het met mij blijkbaar zo vertrouwelijk had of dacht te hebben dat er prompt werd gekozen voor een hartelijke eindgroet.

Het laatste bastion dat daarin nog moest worden genomen worden is het gebruik ervan in het zakelijke verkeer. Dat tijdperk blijkt inmiddels ook aangebroken. Naar aanleiding van het overgaan naar een andere zorgverzekeraar ontving ik enige dagen geleden een brief die werd besloten met een hartelijke groet van de directeur. Nu ging hier weliswaar om een heel erge christelijke verzekeraar, met een directie die natuurlijk een waanzinnig groot hart heeft voor de zorg, maar toch. De brief was zakelijk.

Ik schat daarom dat, wanneer we in dit tempo doorgaan, we over een jaartje of tien, twintig elkaar gaan 'eindgroeten' met Liefs van mij, wat dan vijftig jaar daarna belachelijk ouderwets zal worden gevonden omdat iedereen dan gewoon Doei! onder zijn webmail denkt (schrijven bestaat dan niet meer).

Als een laatste Mohikaan werp ik mij, tegen beter weten in, in de strijd, daarbij staande op de barricaden en vechtend tegen de bierkaai en groet ik u allen met een zeer provocerend

Hoogachtend,

Uw Heer van Stand(vastigheid)